20
GEBRUIKERSHANDLEIDING
U kunt met de
/
tussen de afzonderlijke ondersteuningsniveaus.
7.3.2 Weergave van de oplaadstatus accu
Rechtsboven op het display ziet u de weergave van de
acculaadstatus. Deze geeft via een batterijtekening in
zeven segmenten aan hoe vol de accu nog is. Hoe lager
de laadstatus van de accu, des te minder segmenten
worden weergegeven:
Weergave display
Wanneer de accu onder een minimale laadstatus komt,
wordt de motorondersteuning uitgeschakeld. Dan dooft
het hele scherm.
Wanneer u uw fiets gedurende tien
minuten niet gebruikt, schakelt het
systeem zich automatisch uit.
Wanneer u weer met ondersteuning wilt fietsen,
moet u deze via het bedieningselement opnieuw
inschakelen.
-toetsen heen en weer schakelen
Laadstatus accu
100 – 85,5%
85,5 – 71,5%
71,5 – 57,5%
57,5 – 42,4%
42,5 – 28,5%
28,5 – 14,5%
7.3.3 Weergave van de resterende
actieradius
Rechts onder de weergave van de acculaadstatus wordt
weergegeven hoeveel kilometer u nog met de motoron-
dersteuning kunt fietsen. Dit is de weergave van de
resterende actieradius.
Wanneer de omstandigheden tijdens de
rit veranderen, bijvoorbeeld door het
oprijden van een helling na een lang, vlak
traject, kan ook de getoonde waarde veranderen.
De resterende actieradius is afhankelijk van de
actuele oplaadstatus van de accu en het ingestelde
ondersteuningsniveau (POWER, SPORT of ECO).
7.3.4 Eenheden
Door drie seconden op de
-toets te drukken, kunt u
wisselen tussen km/h (fietssnelheid), km (weergave van
de resterende actieradius) en tussen mph/mi.