Onderhoud
Reinig de buitenkant van het apparaat en het
bedieningspaneel met een vochtig doekje. In geen geval
agressieve reinigingsmiddelen of schuurmiddelen gebruiken.
Gebruik ook nooit oplosmiddelen (aceton, tri, enz.).
Maak de deurafdichting, het afwasmiddelbakje en het
glansmiddelreservoir regelmatig schoon met een vochtige
doek.
Laat de machine elke drie maanden een 65°C-programma
afwerken, zonder servies, met afwasmiddel.
Schoonmaken van de zeven
De zeven moeten regelmatig worden gecontroleerd en
schoongemaakt. Verontreinigde zeven hebben een nadelige
invloed op het afwasresultaat.
Belangrijk! Zorg ervoor dat de machine
uitgeschakeld is voordat de filters worden
schoongemaakt.
1. Deur openen, onderste korf uit de machine nemen.
2. Het zeefsysteem van de afwasautomaat bestaat uit een
groffe zeef (1), een microfilter (2) en een vlakke zeef (3).
3. Greep ongeveer een kwart slag linksom draaien en
uitnemen.
4. Groffe zeef (1) aan het oogje pakken en uit het microfilter
(2) trekken.
5. Alle zeven onder stromend water grondig schoonmaken.
6. Vlakke zeef (3) uit de kuipbodem nemen en aan beide
kanten grondig schoonmaken.
7. Vlakke zeef (3) weer in de kuipbodem zetten.
8. Groffe zeef (1) in het microfilter (2) zetten en in elkaar
drukken.
9. Zeefcombinatie weer inzetten en vergrendelen door de
greep rechtsom te draaien. Let erop dat de vlakke zeef niet
boven de kuipbodem uitsteekt.
Belangrijk!
Gebruik de machine nooit zonder de zeven.
Zorg er bovendien voor dat de zeven correct op hun plaats
zitten.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproeiarmen hebben
verstopt, verwijder deze dan met een cocktailprikker.
Als de machine een lange tijd niet
gebruikt wordt
Wordt de machine gedurende een lange tijd niet gebruikt, dan:
1. Kraan dichtdraaien.
2. Stekker uit het stopcontact trekken.
3. Deur op een kier laten staan om het ontstaan van
een onaangename geur te vermijden.
4. Binnenkant en accessoires reinigen.
Bescherming tegen vorst
Plaats de afwasmachine nooit in een ruimte waar de
temperatuur onder het vriespunt kan zakken. Mocht dat toch
het geval zijn, maak de machine dan leeg, draai de kraan
dicht, verwijder de waterafvoerslang en laat deze leeg lopen.
Vervoeren van de machine
Als u de machine gaat vervoeren (bijv. bij verhuizing):
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. Waterkraan dichtdraaien.
3. Watertoevoerslang van de waterkraan
losschroeven en leeg laten lopen.
4. De machine samen met de slangen vervoeren.
Zorg ervoor dat de machine tijdens het transport rechtop staat.
17