2.4
Bedienen van de remmen
Om de elektromagnetische remmen in te schakelen:
1. Laat de snelheids- of gashendel los, de elektromagnetische rem in de motor wordt geactiveerd en
de scooter komt tot stilstand.
2.5
In en uit de scooter stappen
2.6
Correcte positie in de scooter
Enkele aanbevelingen om comfortabel van Uw scooter gebruik te maken:
1. Plaats Uw zitvlak zo dicht mogelijk bij de rug.
2. Zorg dat Uw bovenbenen horizontaal zijn.
2.7
Rijden met de scooter
L
WAARSCHUWING:
extreem warme of koude omgevingen (zon, extreme koude, sauna's, enz.) voor een
bepaalde tijd en bij het aanraken - de oppervlakken kunnen de omgevingstemperatuur
aannemen.
L
WAARSCHUWING:
rijeigenschappen beschreven in deze handleiding.
Om de manuele remmen in te schakelen (optioneel):
1. Druk de remhendel naar de handgreep.
2. Laat de remhendel los.
De spanning van de handmatige rem kan worden
aangepast via de remkabel regelaar.
1. Parkeer de scooter zo dicht mogelijk bij de plaats van/naar waar U
zich wilt verplaatsen.
2. Controleer dat het bedieningspaneel (scooter) is uitgeschakeld.
3. Zet de armlegger aan de kant waar U de transfer wilt uitvoeren naar
boven.
4. Verplaats U van of naar de zit van de scooter.
Gevaar voor brandwonden– Wees voorzichtig bij het rijden in
Risico bij onveilige beperkingen – Gebruik enkel de
Pagina 11
Carpo Limo
2015-07