3.3.5.1 Dameszadel
De afstand tussen de uiteinden van de
zitbeenderen en de schaambeenvoeg is bij
vrouwen gemiddeld een kwart kleiner dan bij
mannen. Daardoor kunnen op een herenzadel
pijnlijke kneuzingen optreden door de punt van
het zadel, omdat te smalle of te zachte zadels op
de genitaliën of het stuitbeen drukken.
Afbeelding 19: Vrouwelijk bekken op zadel
Anatomisch ligt de schaambeenvoeg (voorste
kraakbeenverbinding tussen beide bekkenhelften)
gemiddeld een kwart lager dan bij het mannelijke
bekken. De hoek tussen de schaambenen
onderling is stomper.
Bij vrouwen is de beweeglijkheid van het bekken
groter dan bij mannen. Daardoor kantelt het
bekken op het zadel vaak sterker naar voren. Een
hoge druk op de genitaliën is het gevolg.
Afbeelding 20: Drukpunten van het zadel, vrouwelijke
anatomie
MY22I07 - 16_1.0_19.10.2022
3.3.5.2 Herenzadel
In tegenstelling tot de vrouwelijke anatomie staan
bij mannen de schaambeenbogen onderling
onder een duidelijk scherpere hoek. De
schaambeenvoeg (symfyse) ligt aanmerkelijk
hoger.
Afbeelding 21: Mannelijk bekken op zadel
Het mannelijke bekken is minder flexibel dan dat
van vrouwen. Mannen zitten rechter op het zadel
en belasten de zitbeenderen zwaarder. Zo kan de
overgang tussen de achterzijde en de punt van
het zadel smal worden gehouden (Y-vorm). Dat
geeft meer bewegingsvrijheid voor het trappen.
Een doof gevoel tijdens het fietsen ontstaat bij
mannen vaak door een hoge druk op het
gevoelige perineum. Door verkeerd afgestelde, te
smalle resp. te harde zadels drukt de punt van het
zadel direct op de genitaliën. Dat belemmert de
doorbloeding. De uitwendige genitaliën zijn
zelden de reden voor klachten, omdat die kunnen
uitwijken en niet door botstructuren worden
samengedrukt.
Afbeelding 22: Drukpunten van het zadel, mannelijke
anatomie
Beschrijving
38