36
5.13 Programmeren van het blok schema
Een blok schema kan een blok automatisch laten in- en uitschakelen op bepaalde tijdstippen.
1. Voer uw code in en bevestig deze met de
2. Gebruik de toets om door het menu heen te bladeren tot u het W
heeft gevonden.
3. Druk op de
toets.
4. Gebruik de toets om door het menu heen te bladeren tot de B
WORDT WEERGEGEVEN
5. Druk op de
toets. Een lijst met beschikbare blokken zal worden weergegeven.
6. Gebruik de en toetsen om in de lijst het blok te selecteren waarvoor een schema
geprogrammeerd moet worden.
7. Druk op de
toets.
8. Zorg ervoor dat bij de optie A
weergegeven). Indien dit (nog) niet zo is (het
een willekeurige numerieke toets.
9. Gebruik de toets om door het menu heen te bladeren tot T
10. Druk op de
toets.
11. Gebruik de en toetsen om een schema type te selecteren:
Dagelijks – selecteer deze optie om elke dag op hetzelfde tijdstip het blok in- en
uitschakelen,
Wekelijks – selecteer deze optie om voor elke dag van de week een tijdstip voor in- en/of
uitschakelen in te stellen.
12. Druk op de
toets.
13. Indien u de dagelijkse optie kiest, is het mogelijk om in één keer de inschakeltijd te
programmeren en door op de of toets te drukken, de uitschakeltijd. Na het
bevestigen met de
teruggebracht.
14. Indien u de wekelijkse optie kiest, dan zult u naar de lijst met opties en functies worden
gebracht, waar functies verschijnen voor het programmeren van de in/uitschakeltijd voor
elke dag van de week (op dezelfde manier als bij de dagelijkse functie).
Programmeren van de waarde 99:99 betekent dat het blok niet in/uitgeschakeld wordt.
15. Nadat de inschakeltijd geprogrammeerd is zal een extra functie worden weergegeven.
Selecteer hier de inschakelmode, welke door het schema zal worden gebruikt. Standaard
zal het schema alles volledig inschakelen. Indien een andere inschakelmode gebruikt
moet worden, kunt u met deze functie dit wijzigen (voor het dagelijkse schema of
individueel voor elke dag van de week), gebruik dan de en toetsen om een andere
inschakelmode te kiezen. Bevestig dit hierna met de
16. Nadat alle parameters geprogrammeerd zijn drukt u op de
17. Als een melding verschijnt waarin u gevraagd wordt de wijzigingen op te slaan, druk dan
op de 1 toets.
5.14 Zone testen
Tijdens periodieke controles van het alarmsysteem dienen de detectoren gecontroleerd te
worden op de juiste werking. De zone test functie maakt dit mogelijk zonder alarmen te
genereren.
1. Voer uw code in en bevestig deze met de
Gebruikershandleiding
.
ingeschakeld is (het
CTIEF
toets zult u naar de lijst met opties en functies worden
toets.
symbool wordt naast de optie
symbool wordt weergegeven), druk dan of
YPE
toets.
toets.
toets.
submenu
IJZIG OPTIES
LOK SCHEMA FUNCTIE
verschijnt.
SATEL