Storingen – diagnose - reparatie
6.1
Diagnosesysteem (optie)
Het diagnosesysteem (1) dient voor de
snelle en gemakkelijke identificatie van
schakeltoestanden van de
eindschakelaars.
Na invoer van het rijcommando mag
alleen nog de groene diode branden.
Als dit niet het geval is dan moet de
betreffende functie resp. de betreffende
eindschakelaar gecontroleerd worden.
Schakeltoestanden van de LEDs
groene LED = standaard AAN
gele LED = standaard UIT
Betekenis van de LEDs / fouten
opsporen via diagnosesysteem
1 = Diagnosesysteem OK / READY
2 = Brandt als de NOOD-UIT-lijn onderbroken is.
3 = Brandt als de liftkooideur richting gebouw niet
4 = Brandt als de liftkooideur richting grondkooi
5 = Brandt als de NOODSTOP in de liftkooi werd
6 = Brandt als de eindschakelaar BOVEN resp.
7 = Brandt als de eindschakelaar van de vanginrichting geactiveerd is.
8 = Brandt als de eindschakelaar van de montagebescherming geactiveerd is.
9 = Brandt als de eindschakelaar van montagebrug 1 geactiveerd is.
10 = Brandt als de eindschakelaar van montagebrug 2 geactiveerd is.
11 = Brandt als de veiligheidsvergrendeling van montagebrug 1 geopend is.
12 = Brandt als de trekkracht bij de sleepleidinghouder te groot is.
13 = Geen functie
14 = Brandt als de activeringsrail van de grendelnok is uitgeschoten.
15 = Geen functie
16 = Geen functie
17 = Brandt als de OMHOOG-eindschakelaar geactiveerd is.
18 = Brandt als de OMLAAG-eindschakelaar geactiveerd is.
19 - 22 = Optionele functies
23 = Brandt als de liftkooi tegen de kabelwagen is gereden.
24 = Geen functie
Bedrijfshandleiding
Wanneer alleen deze LED brandt dan is de
NOOD-UIT-lijn bij de grondkooi
(toegangsdeur, neerlaatinrichting) of bij een
van de etagebeveiligingsdeuren
onderbroken.
is vergrendeld.
niet is vergrendeld.
geactiveerd.
BENEDEN geactiveerd is.
54 / 69
1 = M A X . 2 0 0 0 k g / 2 0
0 = M A X . 1 0 0 0 k g /
POSITION
1
13
1
14
2
15
3
16
4
17
5
18
6
7
20
8
21
9
10
22
11
23
12
24
BL111NL uitgave 03.2014
4
19