Algemene veiligheidsinformatie
3.5
Veiligheidsinstructies onderhoud, instandhouding en
verhelpen van storingen
Het bedieningspersoneel moet vóór het begin van de uitvoering van
speciale en instandhoudingswerkzaamheden worden geïnformeerd.
Voorgeschreven of in de bedrijfshandleiding vermelde intervallen voor
periodiek uit te voeren keuringen/inspecties moeten nageleefd
worden.
De instandhoudingszone moet, indien noodzakelijk, royaal beveiligd
worden!
Principieel moet de machine vóór alle onderhoudswerkzaamheden
worden
− gelost,
− uitgeschakeld aan de hoofdschakelaar.
Alle onderhouds- en instandhoudingswerkzaamheden zijn alleen bij
een uitgeschakelde hoofdschakelaar toegestaan. Manuele ingrepen
bij een draaiende machine kunnen ernstige ongevallen veroorzaken en
zijn daarom verboden. Wanneer het inschakelen van de machine
gedurende zulke werkzaamheden vereist is, mag dit alleen rekening
houdend met de bijzondere veiligheidsmaatregelen gebeuren.
Meer instructies over onderhoud / onderhoudsintervallen /
reparatie vindt u in de onderhoudshandleiding.
Indien de machine voor deze werkzaamheden compleet is
uitgeschakeld moet hij tegen onverwacht opnieuw inschakelen worden
beveiligd.
• NOOD-STOP-knop activeren,
• hoofdschakelaar met een hangslot afsluiten en
• aan de schakelkast (hoofdschakelaar) een waarschuwingsbord
aanbrengen.
Verhelp storingen die de veiligheid verminderen, onmiddellijk.
Voor het uitvoeren van onderhouds- en
instandhoudingswerkzaamheden is een voor de werkzaamheden
geschikte werkplaatsuitrusting beslist noodzakelijk.
Bij onderhoudswerkzaamheden op grote hoogte moet een
valbeveiliging gedragen worden!
Alle handgrepen, leuningen en de liftkooi vrij houden van vuil.
Bij werkzaamheden onder de liftkooi moet deze met geschikte middelen
beveiligd worden (neerlaatinrichting inschuiven).
Bedrijfshandleiding
(Vijf minuten wachten tot de frequentieomvormer ontladen is.)
16 / 69
BL111NL uitgave 03.2014