Een beschadigd apparaat of een beschadigd
netsnoer is gevaarlijk.
▶ Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
▶ Nooit aan het netsnoer trekken, om het ap-
paraat van het elektriciteitsnet te scheiden.
Altijd aan de stekker van het netsnoer trek-
ken.
▶ Wanneer het apparaat of het netsnoer is
beschadigd, dan direct de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen.
▶ Contact opnemen met de servicedienst.
→ Pagina 13
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel
mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
▶ Er mogen uitsluitend originele reserveon-
derdelen worden gebruikt voor reparatie
van het apparaat.
▶ Als het netsnoer van dit apparaat wordt be-
schadigd, moet het door geschoold vakper-
soneel worden vervangen.
Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
▶ Het apparaat uitsluitend aansluiten en ge-
bruiken volgens de gegevens op het type-
plaatje.
▶ Het apparaat uitsluitend via een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact met
randaarde op een stroomnet met wissel-
stroom aansluiten.
▶ Het randaardesysteem van de elektrische
huisinstallatie moet conform de elektrotech-
nische voorschriften zijn geïnstalleerd.
▶ Nooit het apparaat via een externe schakel-
inrichting voeden, bijvoorbeeld een tijd-
schakelaar of besturing op afstand.
▶ Als het apparaat is ingebouwd, moet de
stekker van het netsnoer vrij toegankelijk
zijn. Als de vrije toegang niet mogelijk is,
moet in de vast geplaatste elektrische in-
stallatie een alpolige scheidingsinrichting
volgens de voorwaarden van de overspan-
ningscategorie III en volgens de installatie-
voorschriften worden ingebouwd.
▶ Bij het opstellen van het apparaat erop let-
ten dat het aansluitsnoer niet afgeklemd of
beschadigd wordt.
17.4 Aanwijzingen voor de elektrische
aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Het apparaat moet op elk gewenst moment van de
stroom kunnen worden afgesloten. Het mag alleen op
een geaarde contactdoos worden aangesloten die vol-
gens de voorschriften is geïnstalleerd.
De netstekker van de netaansluitkabel moet na de
▶
inbouw van het apparaat vrij toegankelijk zijn.
Is dit niet mogelijk, dan moet in de vast geplaatste
▶
elektrische installatie een alpolige scheidingsinrich-
ting volgens de voorwaarden van de overspannings-
categorie III en volgens de opbouwvoorschriften
worden ingebouwd.
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien
▶
worden aangelegd. Wij adviseren een aardlekscha-
kelaar (FI-schakelaar) in de stroomkring naar het
apparaat te installeren.
Scherpe componenten binnen het apparaat kunnen de
aansluitkabel beschadigen.
De aansluitkabel niet knikken of inklemmen.
▶
¡ De aansluitgegevens zijn te vinden op het typeplaat-
je. → Pagina 13
¡ De aansluitleiding is ca. 1,30 m lang.
¡ Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften
van de EG.
¡ Het apparaat is conform de beschermingsklasse 1.
Daarom het apparaat alleen met een aarddraadaan-
sluiting gebruiken.
¡ Het apparaat tijdens de montage niet op de voe-
dingsspanning aansluiten.
¡ Ervoor zorgen dat de bescherming tegen aanraking
door de inbouw is gegarandeerd.
17.5 Aanwijzingen m.b.t. de inbouwsituatie
¡ Dit apparaat in een werkblad monteren.
¡ Het apparaat is niet geschikt voor de combinatie
met een gaskookplaat.
¡ Voor de montage van extra speciale accessoires de
daarbij meegeleverde installatiehandleiding aanhou-
den.
¡ De breedte van de afzuigkap moet minstens over-
eenkomen met de breedte van het kooktoestel.
¡ Om de kookdamp optimaal op te vangen, het appa-
raat achter de kookplaat monteren.
Om ervoor te zorgen dat er geen vermogensverlies
optreedt van het apparaat, monteert u geen bovenkast
boven het apparaat en houdt u de volgende afstanden
aan:
¡ Minstens 50 cm links en rechts van het apparaat tot
een wand of tot een naastgelegen bovenkast
¡ Minstens 5 cm van het frame van het apparaat tot
een wand
¡ Minstens 2 cm van het aanzuigbereik Guided Air tot
een meubelwand
¡ De vlak geïntegreerde inbouw is uitsluitend mogelijk
in aanrechten van steen of graniet.
Montagehandleiding nl
17