W Vriesvak
H et vriesvak is geschikt voor:
V r i e s v a k
bewaren van diepvriesproducten;
■
maken van ijsblokjes;
■
om levensmiddelen in te vriezen.
■
De temperatuur is van –24 °C ... –14 °C instelbaar.
Door diepvriesopslag kunt u bederfelijke
levensmiddelen vrijwel zonder kwaliteitsafname
langdurig bewaren, omdat de lage temperatuur het
bederf sterk vertraagt of stopzet. Het uiterlijk, het aroma
en alle belangrijke inhoudsstoffen blijven grotendeels
behouden.
De tijd die nodig is om verse levensmiddelen volledig
diep te vriezen is afhankelijk van de volgende factoren:
ingestelde temperatuur
■
soort levensmiddel
■
vulling van het vriesvak
■
bewaarde hoeveelheid en soort levensmiddelen
■
Maximaal invriesvermogen
Het maximale invriesvermogen geeft de hoeveelheid
levensmiddelen aan die in 24 uur tot in de kern kan
worden ingevroren.
Gegevens over het maximale invriesvermogen vindt u
op het typeplaatje.
~ "Het apparaat leren kennen" op pagina 9
Om het maximale invriesvermogen te benutten, het
supervriezen 24 uur voordat de verse levensmiddelen
worden ingeruimd, inschakelen.
Voorwaarden voor max. invriesvermogen
Circa 24 uur voordat u verse waar inruimt:
1.
supervriezen inschakelen.
Houders uit het vriesvak nemen en de
2.
levensmiddelen rechtstreeks op de legplateaus en
de vriesvakbodem stapelen.
Eerst het bovenste vak vullen met levensmiddelen.
3.
Daar worden ze het snelst diepgevroren.
Wanneer het bovenste vak niet groot genoeg is, de
4.
resterende hoeveelheid in het vak eronder inruimen.
Vriesvermogen volledig benutten
Om de maximale hoeveelheid diepvrieswaren onder te
brengen:
Alle uitrustingsdelen verwijderen.
■
Levensmiddelen rechtstreeks op de legplateaus en
■
de bodem van het vriesvak leggen.
Diepvriesproducten inkopen
Op onbeschadigde verpakking letten.
■
Op houdbaarheidsdatum letten.
■
De temperatuur in de supermarktvriezer moet –
■
18 °C of kouder zijn.
De diepvriesketen niet onderbreken: de
■
diepvriesproducten liefst in een koeltas
transporteren en snel in het vriesvak leggen.
Attentie bij het inruimen
Grote hoeveelheden levensmiddelen invriezen in het
■
bovenste vak.
Daar worden ze bijzonder snel en behoedzaam
ingevroren.
Levensmiddelen uitgespreid in de vakken of
■
diepvrieslades leggen.
In te vriezen levensmiddelen niet in aanraking
■
brengen met ingevroren levensmiddelen.
Tot in de kern bevroren levensmiddelen eventueel in
de diepvrieslades omstapelen.
Belangrijk voor een goede luchtcirculatie in het
■
apparaat:
Diepvrieslade tot aan de aanslag inschuiven.
Verse levensmiddelen invriezen
Uitsluitend verse en onberispelijke levenmiddelen
invriezen.
Levensmiddelen die gekookt, gebraden of gebakken
worden geconsumeerd, zijn geschikter voor invriezen
dan levensmiddelen die rauw worden gegeten.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo goed mogelijk
te behouden, dienen de levensmiddelen voorbereid te
worden:
Groente: wassen, kleiner maken, blancheren.
■
Fruit: wassen, ontpitten en eventueel schillen,
■
eventueel suiker of ascorbinezuuroplossing
toevoegen.
Aanwijzingen daarover vindt u in de desbetreffende
literatuur.
Geschikt voor invriezen
brood en banket;
■
vis en zeevruchten;
■
vlees;
■
wild en gevogelte;
■
groente, fruit en kruiden;
■
eieren zonder schaal;
■
melkproducten, bijv. kaas, boter en kwark;
■
bereide gerechten en kliekjes, zoals soep,
■
stoofschotels, gaar vlees en gare vis,
aardappelgerechten, ovenschotels en zoete toetjes.
Vriesvak
nl
19