ONDERHOUD EN CONTROLE
Zorg voor regelmatig onderhoud en controle van de apparatuur.
Vergeet bij het schoonmaken van de stal het ventilatiesysteem niet.
•
Om het energiegebruik te beperken, is het belangrijk dat de ventilatoren schoon zijn. Dit geldt ook voor de
kleppen, meetventilatoren en de ventilatiekoker. Stof en vuil kunnen namelijk de werking van de apparatuur
beïnvloeden. Reinig de ventilatoren en kokers met behulp van een handveger of borstel. Reinig de
klimaatregelaar, de meetwaaier en kleppen met een vochtige doek. Gebruik nooit en te nimmer een
hogedrukspuit voor het reinigen van de klimaatregelaar, de meetwaaier, kleppen en andere elektrische
apparatuur.
Controleer regelmatig de onderdruk in de stal.
•
Door dichtzittende filters of door luchtinlaatkleppen die bijvoorbeeld nog op "winterstand" staan kan het
voorkomen dat de tegendruk in het ventilatiesysteem, bij stijgende temperatuur, ongemerkt toeneemt. Dit
heeft tot gevolg dat de ventilatoren veel harder moeten draaien dan nodig is. Controleer bij het openen of
sluiten van de staldeur de weerstand waarmee de deur open ofwel dicht gaat. Als de onderdruk voelbaar is
raden we aan de filters en kleppen te controleren op hun werking.
Controleer de stal op luchtlekken.
•
Luchtlekken kunnen naast tocht 's zomers ook voor ongewenste opwarming zorgen. Er kan bijvoorbeeld
warme lucht van tussen het dak en de isolatie worden aangezogen. Dit heeft tot gevolg dat de ventilatoren
extra hard moeten draaien om de ingestelde staltemperatuur te halen waardoor de energiekosten onnodig
toenemen.
Controleer de meetventilatoren
•
Ten gevolge van slijtage zullen de meetventilatoren stroever gaan draaien. Het gevolg hiervan is dat bij een
gelijkblijvend toerental er meer geventileerd wordt! Laat een deskundige tijdig de meetventilatoren
controleren.
Meetwaarden en instellingen controleren
•
De klimaatregelaar doet wat de voelers aangeven, controleer daarom regelmatig (bijvoorbeeld na het
reinigen van de stal) de meetwaarden van de voelers. Laat, bij voorkeur, een deskundige minstens een keer
per jaar alle instellingen en meetwaarden controleren.
Ventilator
•
Schakel minimaal 1x per week, ook in de winter, alle ventilatoren kortstondig in om vastzitten van de
ventilatoren te voorkomen.
Alarmering
•
Controleer regelmatig, bijvoorbeeld 1x per maand, de werking van de alarminstallatie.
Temperatuursensoren
•
Temperatuursensoren ieder maand reinigen.
Ventilatie
•
Ventilatiekokers minimaal 1x per jaar reinigen.
Een goede klimaatregeling is onmisbaar voor een goede bedrijfsvoering. Preventie van ziekten begint
bij het optimaliseren van het stalklimaat.
klimaatregelaars is nodig.
Pagina 30 van 30
Regelmatige controle van de ventilatoren en