CAL U
��
CAL O
��
30770
CAL O
��
CAL 5
��
200.0
250.0
82077
250.0
42
HOLD
De toets
zo vaak drukken totdat het symbool "CAL 0"
verschijnt.
TARE
De toets
drukken, op display verschijnt de numerieke
waarde.
Vervolgens de toets
0" verschijnt.
HOLD
De toets
drukken, het symbool "CAL 5" verschijnt.
TARE
De toets
drukken.
De vereiste grootte van het kalibratiegewicht invoeren (zie
hoofdstuk 1 "Technische gegevens"):
Daarvoor met de toets
de numerieke waarde met de toets
ENTER
Met de toets
Het kalibratiegewicht voorzichtig in het midden van het
weegplateau plaatsen, op display verschijnt de numerieke
waarde.
ENTER
De toets
drukken.
Het justeerproces wordt gestart.
Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug
in de weegmodus gezet en de waarde van het
kalibratiegewicht verschijnt.
Het kalibratiegewicht afnemen.
Bij geijkte weegschalen de weegschaal aanzetten en de
justeerschakelaar in de ijkpositie instellen.
ENTER
drukken totdat het symbool "CAL
HOLD
de te wijzigen positie kiezen en
TARE
bevestigen.
MCB-NM_MPT-NM-BA-nl-1731
kiezen.