Volume
Met de schakelaar
kunt u het gewenste ontvangstvolume instellen.
Bewaken
Om het kanaal te controleren houdt u de toets
Kanaal
•
Druk op de toets.
Het kanaal knippert.
•
Druk op de toets
of
•
Druk op de toets
om een nieuwe kanaal in te stellen.
Code voor het opheffen van storingen
Door een codecombinatie te gebruiken kunnen storingen vermindert worden.
•
Druk op de toets.
tot het codecijfer knippert.
•
Druk op de toets
of
•
Druk op de toets
om een nieuwe code in te stellen.
U kunt voor ieder kanaal een andere code instellen.
•
Voor het instellen van een kanaal en een codecombinatie drukt u eerst
op de toets.
en daarna selecteert u een kanaal met de toets
resp.
.
•
Druk opnieuw op de toets.
de toets
resp.
.
•
Druk op de toets
om het menu te verlaten en het kanaal met de
codecombinatie op te slaan.
Voor het instellen van een verdere kanaal met een andere codecombinatie
herhaalt u deze stappen.
Zendtijdtimer
Met de zendtijdtimer wordt de acculevensduur verlengd omdat hij de
zendtijd beperkt. Als u langer dan 60 seconden de PTT-toets ingedrukt houdt
klinkt een waarschuwingstoon en de verbinding wordt afgebroken.
16
ingedrukt.
om een kanaal te selecteren.
om een code te selecteren.
en daarna selecteert u een code met
Toetsblokkering
Met de toetsblokkering worden de toetsen
Eveneens wordt de Scan-functie buiten werking gezet. De toets
het bewaken van het kanaal blijft echter actief.
Voor het activeren of deactiveren van de toetsblokkering houdt u de toets
3 seconden lang ingedrukt. Bij een actieve toetsblokkering verschijnt
het symbool
op het display.
Scan
Met scannen heeft u de mogelijkheid om oproepen op kanalen en codes te
bewaken en om over te schakelen op het gewenste kanaal. Bijzonder nuttig
hierbij is, dat u iemand uit uw groep kunt vinden als deze per ongeluk het
kanaal gewisseld heeft.
•
Om de Scan-functie te activeren drukt u op de toets
•
Als de Scan-functie geactiveerd is en de code is ingesteld op 0,
worden alle kanalen gecontroleerd, ongeacht van een eventueel
gebruikte code.
•
Wordt Scan geactiveerd en er is een code van 1 tot 38 ingesteld,
worden uitsluitend de door u vooraf ingestelde kanalen en
codecombinaties gecontroleerd.
•
Bij een actieve Scan-functie verschijnt het symbool
en de zendontvanger doorloopt alle kanalen.
•
Wordt een binnenkomend signaal op een kanaal herkent, stopt de
scanprocedure en u kunt de oproep ontvangen. Tevens worden op het
display het respectieve kanaal en de code weergegeven.
•
Als u de oproep wilt beantwoorden drukt u binnen 5 seconden op de
PTT-toets.
•
Anders wordt de Scan-functie na 5 seconden voortgezet.
•
Voor het beëindigen van de Scan-functie drukt u kort op de toets
Scan-functie voortzetten
Na het beëindigen van zoekfunctie op een kanaal, welke u niet wilt horen,
drukt u kort op de toets
resp.
actieve kanaal voort te zetten.
.,
en
geblokkeerd.
voor
.
op het display
om het scannen op het volgende
17