2.
Verwarmen en koelen
2.1.
Houd een constante binnentemperatuur
Bij vloerverwarming kan het enkele uren duren voordat de temperatuur is bereikt nadat
deze is ingesteld. In moderne, goed geïsoleerde woningen is het aan te raden continu
dezelfde temperatuur ingesteld te laten (geen nachtverlaging). Ook het toepassen van
een klokprogramma wordt afgeraden. Het is aan te raden de temperatuurveranderingen
in kleine stappen door te voeren en tussen de stappen een aantal uren te wachten.
2.2.
Wisselen tussen verwarmen en koelen
De warmtepomp wisselt door slimme regeling automatisch tussen zomer- en
wintermodus. Als het buiten kouder wordt dan zal de warmtepomp volledig automatisch
naar wintermodus gaan en vice versa. Om dit goed te laten werken dient de thermostaat
op automatisch koelen en verwarmen te zijn ingesteld, op de volgende pagina word
uitgelegd hoe u dit kunt controleren/wijzigen.
2.3.
Wat is (ver)koelen met een warmtepomp
Met dit type systeem in combinatie met vloerkoeling kun je de woning een aantal
graden lager (ver)koelen dan de buitentemperatuur, dit in tegenstelling tot een airco
waarmee je ten aller tijde een ruimtetemperatuur van bijvoorbeeld 20 graden kunt
behalen. Met vloerkoeling kan de aanvoertemperatuur van het koude water niet lager
zijn dan 18 graden, omdat je dan kans maakt onder het dauwpunt uit te komen.
Temperaturen onder het dauwpunt zorgen voor condens op de vloer, en zorgen dus voor
een gevaarlijke gladde situatie. Een airco maakt wel gebruik van lagere temperaturen tot
onder het dauwpunt, en heeft hiervoor een condensafvoer om het vocht af te voeren en
schade te voorkomen.
Tijdens het koelen met vloerkoeling is het belangrijk dat ramen en deuren zoveel
mogelijk gesloten blijven om een zo goed mogelijk resultaat te behalen. Ook het tegen
gaan van zoninstraling heeft een positief effect op het comfort.