GEBRUIKSINSTRUCTIE
VOORBEREIDING
1) Controleer de sensor
Als die vuil of beneveld is, maak hem dan schoon. (Meer informatie over de schoonmaakmethode
vindt u in hoofdstuk 8 'Behandeling en schoonmaak'.) Als de lens van de sensor beschadigd is,
gebruik het apparaat dan niet meer.
2) Controleer de thermometer
Wanneer u op de 'Start'-knop drukt, controleert het systeem de software en hardware. Als er
problemen zijn, verschijnt het symbool 'Err' op het lcd-scherm. Raadpleeg in dat geval het hoofdstuk
'Probleemoplossing'.
3) Om een nauwkeurig meetresultaat te verkrijgen, plaatst u de thermometer gedurende 30 minuten
in de meetomgeving.
4) Onverwachte schommelingen in de omgevingstemperatuur kunnen leiden tot een kleinere nau-
wkeurigheid van de meetresultaten. Wanneer de thermometer op dezelfde meetpositie wordt gebruikt
bij een verschillende omgevingstemperatuur of als de temperatuur in de buurt van airconditioning
wordt gemeten, dan worden geen nauwkeurige resultaten verkregen.
5) Als u de temperatuur van het voorhoofd meet, maak dan het voorhoofd schoon en verwijder
eventueel haar. Zorg ervoor dat het voorhoofd bloot en schoon is om de nauwkeurigheid van de
meting te verzekeren.
BATTERIJEN OPLADEN
Bij de thermometer worden twee AAA-batterijen meegeleverd. Plaats nieuwe batterijen wanneer het
batterijsymbool op het scherm verschijnt. Open het batterijcompartiment. Verwijder de batterijen en
vervang door nieuwe batterijen. Zorg ervoor dat de polen zich in de juiste richting bevinden. Schuif
de batterijklep terug tot ze op haar plaats klikt.
Melding:
• Gooi de batterij weg volgens de nationale voorschriften en doe ze niet bij het huisvuil.
• Haal de batterijen uit het apparaat als dit lange tijd niet wordt gebruikt.
• Gooi de batterijen niet in vuur.
Om de leefomgeving te beschermen dient u lege batterijen in de detailhandel of in geschikte inzam-
elingspunten in volgens de nationale of lokale regelgeving.
MODUSKEUZE
Druk op de 'START'-knop om in te schakelen. Druk op de 'Modus'-knop om tussen de modi te
schakelen. a. Lichaamstemperatuurmodus; b. Oppervlaktetemperatuurmodus; c. Kamertemperatuur-
modus; d. Celsius-modus; f. Fahrenheit-modus. Druk op de 'Start'-knop om de gewenste modus te
bevestigen.
METING LICHAAMSTEMPERATUUR
• Selecteer de Lichaamstemperatuurmodus.
• Richt op het voorhoofd, druk op de 'Start'-knop en de temperatuur wordt onmiddellijk weergegeven.
Voer de meting uit zoals getoond:
Raadpleeg onderstaande richtlijnen voor een nauwkeurige meting.
*Bij het nemen van de lichaamstemperatuur moet de optische focus gericht zijn op het
midden van het voorhoofd en op 1-3 cm afstand van het voorhoofd. Houd de thermometer in
een verticale positie. Zorg ervoor dat er geen haar op het voorhoofd zit.
*Als de persoon zweet, neem dan geen temperatuur van het voorhoofd. In dit geval bevelen
we aan om de temperatuur van de oksel te nemen.
*Voer ten minste drie metingen uit en bereken het gemiddelde.
*Als de thermometer van een uiterst koude naar een heel warme plaats wordt gebracht
of omgekeerd, dan bevelen we aan 30 minuten te wachten om nauwkeurige metingen te
verzekeren.
*Gebruik het toestel niet bij intensief zonlicht.
-39-
*Wacht nadat u buitenshuis in koud of warm weer bent geweest 15 minuten voordat u de