Bij de configuratie kunnen de volgende wijzigingen worden aangebracht:
Als het expansievat groter is dan 100 liter, zet DS_A1 op OFF.
Als men afwisseling van de pompen om de 24 uur wil, en niet bij elke herstart, zet DS_A2 op ON.
Als u geen beveiliging wilt tegen te snelle starts, zet DS_A3 op OFF.
Als u geen beveiliging wilt tegen te weinig water, zet DS_A4 op OFF.
Als u een vertraging bij uitschakeling van de pompen wilt van 2 tot 4 seconden, zet DS_A6 op OFF.
Als u de pomp P1 niet wilt gebruiken, zet DS_A7 op ON.
Als u de pomp P2 niet wilt gebruiken, zet DS_A8 op ON.
Als u een setpoint wilt gebruiken van tussen 7 en 16 bar, zet DS_B5 op AAN.
Als u de drukschakelaars wilt gebruiken, zet DS_B7 op OFF.
8.16 Regeling van de nominale stroom van de pompen (Imax), setpoint (SP) en
verschildruk voor herstart (DP)
Plaats de wijzers met een rechte schroevendraaier in het midden van de schaalverdelingen, zoals weergegeven op
Afbeelding 53, zodat:
Imax de nominale stroom van de geïnstalleerde pompen aangeeft, deze staat vermeld op het plaatje van de
pompen.
SP de gewenste druk aangeeft.
DP de drukvariatie is, in een percentage van het setpoint, die nodig is om de pompen te laten starten.
Let erop dat de verschildruk voor herstart berekend wordt als SP * DP. Als het setpoint 4 bar is en DP is
50%, is het drukverschil RP 2 bar.
8.17 Werking van het systeem
Drukschakelaars:
De bedrijfslogica is als volgt:
Drukschakelaar aangesloten op ingang B schakelt Pomp 1 in en uit.
Drukschakelaar aangesloten op ingang C schakelt Pomp 2 in en uit.
Druksensor:
RP is het drukverschil en geeft de drukverandering ten opzichte van het setpoint aan waarvoor de pompen worden
ingeschakeld. Bij systemen met display wordt dit rechtstreeks ingesteld. Bij systemen zonder display wordt DP
ingesteld als een percentage van het setpoint. RP = SP*DP. Voor meer informatie, zie Afbeelding 54 en 55.
De bedrijfslogica is als volgt:
De eerste pomp start wanneer de druk onder het setpoint daalt, en stopt wanneer de setpointdruk + RP wordt
bereikt.
De tweede pomp start wanneer de druk onder het setpoint min RP daalt, of 2% van het setpoint als er vaten
van meer dan 100 liter worden gebruikt. Hij stopt wanneer in het systeem de druk van setpoint + RP wordt
bereikt.
Afbeelding 53: Regeling nominale stroom SP en DP
Werking drukopbouw met drukschakelaars
Starten
Drukschakelaars
P1
B = GESLOTEN
Drukschakelaars
P2
C = GESLOTEN
Tabel 11: Werking drukopbouw met drukschakelaars
NEDERLANDS
288
Stoppen
Drukschakelaars
B = OPEN
Drukschakelaars
C = OPEN