▪
In de FAN-modus
De SLEEP-functie is niet beschikbaar
4.5. Luchtstroomfunctie
Deze functie maakt een grote uitblaashoek mogelijk. De positie van de kleppen
staat vast
Richt in de HEAT-modus de luchtstroom naar beneden
In de COOL-modus richt u de luchtstroom naar boven
Bedien de kleppen niet handmatig.
Als de kleppen niet goed werken, zet u het toestel een minuut stil, start u het
opnieuw en past u de richting van de kleppen aan met de afstandsbediening.
In de modus COOLING en DEHUMIDIFYING kan zich condens vormen op de baffles
als de airconditioner lange tijd in zeer vochtige omstandigheden wordt gebruikt.
1.
Druk op de EXTRA FUNCTION knop
De EXTRA FUNCTION knop
2.
Selecteer een luchtstroomrichting en bevestig met de CONFIRM/CANCEL knop.
Om de functie Comfort Airflow te annuleren, herhaalt u de vorige stappen.
4.5.1. Turbofuncties
De TURBO functie is compatibel met de modi HEAT en COOL.
Met de TURBO-functie kan snel worden verwarmd of gekoeld. De binnenunit
werkt op een hoge ventilatorsnelheid.
1.
Druk herhaaldelijk op de EXTRA FUNCTION knop
Druk op de CONFIRM/CANCEL knop
4.5.2. Ventilatorstand
Zie paragraaf 4, blz. 27 voor meer informatie over deze functie.
1.
Druk herhaaldelijk op de knop EXTRA FUNCTIE
2.
Druk op de knop CONFIRM/CANCEL
4.5.3. A-B code (codering afstandsbediening)
Verander deze instelling niet.
8
en selecteer de gewenste luchtstroomfunctie.
continu indrukt, verandert de cyclusvolgordeals volgt:
Luchtstroom
omhoog
om de functie te activeren.
om de functie te activeren.
Flux d'air
haut
Luchtstroom
Huidige
omlaag
positie
totdat het pictogram
tot de
wordt weergegeven.
Flux d'air
Position
.
bas
actuelle
Flux d'air
Flux d'air
.
haut
.
verschijnt.
bas