3
Bediening
3.1
Eerste inbedrijfstelling
Toestelconfiguratie
Het toestel kan zowel in de luchtafvoer- als in de luchtcirculatiemodus worden gebruikt.
Het toestel is af fabriek standaard ingesteld voor de luchtafvoermodus.
Als het toestel als luchtafzuigmodel wordt gebruikt, moet de verzadigingsindicator
voor het actieve koolfilter worden gedeactiveerd.
Verzadigingsindicator actief koolfilter activeren
▸ Het toestel uitschakelen.
▸ De toetsen
en
– Op het display knipperen
▸ Het toestel is nu ingesteld als luchtcirculatiemodel.
Verzadigingsindicator actief koolfilter deactiveren
▸ Het toestel uitschakelen.
▸ De toetsen
en
– Op het display knipperen
▸ Het toestel is nu ingesteld als luchtafzuigmodel.
3.2
Toestel inschakelen
De afzuigventilator kan pas worden in-
geschakeld als de glasplaat eruit ge-
trokken is.
▸ De glasplaat volledig eruit trekken.
Het toestel functioneert optimaal als de glasplaat volledig eruit getrokken is.
3.3
Afzuigventilator
▸ Als de toets
▸ Als de toets
wordt ingedrukt, wordt de afzuigventilator op niveau 2 ingeschakeld.
▸ Als de toets
▸ Als de toets
Wij adviseren het toestel 5 minuten vóór het koken op niveau 1 in te schakelen.
Het toestel na het koken nog ca. 15 minuten ingeschakeld laten, zodat geuren vol-
ledig worden afgezogen.
gedurende 3 seconden indrukken.
(niveau 2) en
gedurende 3 seconden indrukken.
(niveau 2) en
wordt ingedrukt, wordt de afzuigventilator op niveau 1 ingeschakeld.
wordt ingedrukt, wordt de afzuigventilator op niveau 3 ingeschakeld.
nogmaals wordt ingedrukt, wordt de afzuigventilator uitgeschakeld.
(Intensief).
(Intensief).
3 Bediening
9