Download Print deze pagina

Sew Eurodrive MOVIDRIVE DFO11A Aanvullende Handleiding pagina 3

Verberg thumbnails Zie ook voor MOVIDRIVE DFO11A:

Advertenties

MOVIDRIVE® applicatieregelaars
Aanvulling op de technische handleiding
4
Afscherming en het leggen van de buskabel
Een vakkundige afscherming van de buskabel dempt de elektrische beïnvloeding, die in
een industriële omgeving kan optreden.
Maatregelen voor
een goede
afscherming
Attentie!
Bij variaties van het aardpotentiaal kan over de aan beide zijden aangesloten en met
aan aardpotentiaal (PE) verbonden afscherming een vereffeningsstroom lopen. Zorg in
dit geval voor voldoende potentiaalvereffening overeenkomstig de betreffende VDE-be-
palingen.
Afsluiting van de
Om storingen van het bussysteem door reflecties enz. te vermijden, moet elk CANopen-
segment bij de eerste en de laatste deelnemer met weerstanden van 120 Ω afgesloten
bus
worden. Bij de DFO11A kan naar keuze een busafsluitweerstand met een DIP-scha-
kelaar bijgeschakeld worden.
5
Instelling van de DIP-schakelaars
Op de CANopen-kaart DFO11A bevinden zich 16 DIP-schakelaars.
Met één DIIP-schakelaar wordt de afsluitweerstand bijgeschakeld, met twee DIP-
schakelaars wordt de baudrate en met 7 DIP-schakelaars de CANopen slave-ID
(knoopadres) ingesteld. De overige drie schakelaars bepalen het aantal procesdata-
woorden.
Bij uitlevering is de kaart ingesteld op: baudrate = 500 kBaud, moduul-ID = 1, aantal
procesdata-woorden = 2.
CAN-bus
Met de DIP-schakelaar "R" kan een afsluitweerstand voor de CAN-bus bijgeschakeld
afsluitweerstand
worden. Deze afsluitweerstand moet bij het eerste en laatste apparaat op de CAN-bus
in-, en bij alle andere uitgeschakeld worden.
CAN-bus
Met de beide DIP-schakelaars DR0 en DR1 wordt de baudrate op de CAN-bus
baudrate
aangepast. De baudrate wordt aan de hand van de volgende tabel bepaald:
Baudrate
125 KBaud
250 KBaud
500 KBaud
1 MBaud
SEW-EURODRIVE GmbH & Co ♦ P .O. Box 3023 ♦ D-76642 Bruchsal
Tel. (+49 7251) 75-0 ♦ Fax (+ 49 7251) 75-1970 ♦ Telex 7 822 391
Draai de bevestigingsschroeven van connectoren, modules en potentiaalvereffe-
ningsleidingen met de hand aan.
Leg de signaal- en buskabel niet parallel aan vermogenskabels (motorkabels), maar
zo mogelijk in gescheiden kabelgoten.
Gebruik in een industriële omgeving een metalen, geaarde kabelgoot.
Leid de signaalkabel en de bijbehorende potentiaalvereffening op geringe afstand
van elkaar en langs de kortste weg.
Vermijd de verlenging van busleidingen via connectoren.
Leg de buskabels vlak langs beschikbare geaarde vlakken.
Gebruik busconnectoren met gemetalliseerde of metalen behuizingen.
Montage optie "
DR0
off
on
off
on
DFO11A
Uitgave: 10/2000
1051337x / nl
DR1
off
off
on
on
"
3

Advertenties

loading