MOVIDRIVE® applicatieregelaars
Aanvulling op de technische handleiding
3
Bedrading en pinbezetting van de connector
Bedrading van de
Op de optiekaart DFO11A bevindt zich een 9-polige Sub-D stekerverbinding. Via de 9-
connector
polige Sub-D connector (pennen, male) wordt de CAN-bus aangesloten. Daar de
kabellengte vanaf het knooppunt kort moet worden gehouden, mogen geen T-
verbindingen worden toegepast. De busleidingen moeten daarom in de connector
doorverbonden worden (zie Afbeelding1).
Afbeelding 1: Kabelverbinding van de CAN-bus (bovenaanzicht)
Connectoraan-
Afbeelding 2 geeft de aansluitingen van de 9-polige Sub-D connector weer. Deze
sluiting
aansluitingen komen overeen met de aanbevelingen van de CiA (CAN in Automation).
Om EMC-problemen te vermijden moet u bij het aansluiten van de regelaar aan de
CAN-bus connectoren met metalen behuizing of gemetalliseerde behuizing toepassen.
De aansluiting van de klemmen is in de "CANopen-specificatie CIA DR-303-1"
beschreven.
Afbeelding 2: Pinbezetting van de connector
SEW-EURODRIVE GmbH & Co ♦ P .O. Box 3023 ♦ D-76642 Bruchsal
Tel. (+49 7251) 75-0 ♦ Fax (+ 49 7251) 75-1970 ♦ Telex 7 822 391
male
CAN_GND
(CAN_SHLD)
CAN_L
1
4
2
3
5
6
7
8
9
(GND)
CAN_V+
CAN_H
Montage optie "
03680AXX
DFO11A
"
Uitgave: 10/2000
1051337x / nl
03679AXX
2