ONDERHOUD VAN DE KOELKRING
OPMERKING
• Om de bedrijfstemperaturen van de motor constant
te houden, moet de koellucht vrij over de ribben van
de cilinder kunnen gaan. Deze luchtstroom koelt de
verbrandingswarmte.
• Een normaal onderhoud bestaat uit het vrijmaken van
de koeldoorgangen en het reinigen van de koelrib-
ben van de cilinder. Iedere storing veroorzaakt door
een gebrekkig onderhoud wordt niet gedekt door de
garantie.
Onder de volgende omstandigheden kan de motor over-
verhit raken en vastlopen:
• belemmering van de luchtinlaat waardoor de koellucht
de cilinder niet kan bereiken of
• ophoping van stof en gras langs de buitenkant van de
cilinder. Dat isoleert de motor waardoor de warmte niet
kan worden afgevoerd.
REINIGEN VAN DE UITLAAT
OPMERKING
Koolstofaanslag op de uitlaatopening en de uitlaat kun-
nen het rendement van de motor doen afnemen en tot
oververhitting leiden. Controleer de uitlaatopening en
het vonkenscherm.
1. Verwijder de bougie en de motorkap (5 schroeven).
2. Verwijder de uitlaat en de uitlaatpakking.
3. Verwijder het deksel van de vonkenvanger, de pak-
kingen en het vonkenvangerscherm van de uitlaat.
Vervang het scherm wanneer het verstopt is met kool-
stofaanslag.
VERVANGEN VAN DE BRANDSTOFFILTER
OPMERKING
Wanneer de brandstoffilter vuil is, kan dat ertoe leiden
dat de motor moeilijk start of minder goed werkt.
1. Gebruik een ijzerdraad om de brandstoffilter los te ha-
ken via de vulopening van de tank.
2. Verwijder de filter uit de kring.
3. Installeer een nieuwe filter.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de brandstoftank schoon blijft en dat er
geen vuil in terechtkomt.
LUCHTINLAAT
Verwijder al het opgestapelde vuil van
het inlaatrooster
4. Monteer de onderdelen opnieuw in de omgekeerde
volgorde.
Uitlaatpakking
Uitlaat
Pakking
Vonkenvanger
16
Pakking
Deksel van het
vonkenscherm