2
2. Houd de behuizing tegen de muur aan en teken de boorgaten af (Afb.2).
3. Boor gaten in de muur voor de pluggen.
4. Voer de kabels door de opening van de behuizing in (Afb. 2).
5. Schroef de achterkant van de behuizing vast op de muur. Gebruik altijd de juiste pluggen
en schroeven voor de juiste ondergrond (voor beton of bakstenen muren is het anders
dan voor gipswanden, etc.).
6. Sluit de DTA, CLK en COM van het bediendeel aan op de Communicatie bus van het
alarmsysteem (Afb. 3). Gebruik een niet afgeschermde, niet getwiste kabel om de
verbinding tot stand te brengen. Bij gebruik van het twisted pair type kabel dient
u rekening te houden dat de CLK (clock) en DTA (data) signalen niet verzonden mogen
worden door één getwist ader paar. Alle aders moeten in één kabel zitten. De lengte van
de kabel mag niet langer zijn dan 300 m.
7. Als u detectoren wilt aansluiten op de Z1 en Z2 zones, sluit u de draden aan op de
klemmen. Sluit de detectoren op dezelfde manier aan als op de ingebouwde zones van
de inbraakcentrale (gebruik de COM terminal van het bedieningspaneel).
8. Sluit de +12V en COM op de voeding aan. Het bediendeel kan rechtstreeks van stroom
worden voorzien via de inbraakcentrale of via een extra voedingseenheid.
9. Plaats de voorzijde in de houders en klik deze vast op de behuizing.
10. Schakel de voeding in, selecteer het adres en identificeer het bediendeel (zie de
installatie handleiding).
INT-KSG2R
SATEL