SATEL
1.3
Het alarmsysteem aansluiten
Sluit de telefoonkiezer van het alarmsysteem aan op de TIP en RING aansluitingen.
1.4
Apparaten aansluiten op de ingangen en uitgangen
1. Sluit de apparaten aan, waarvan de werking door de module gecontroleerd moet worden,
op de ingang aansluitingen.
2. Als de module van stroom moet worden voorzien vanaf de SATEL APS-15 of APS-30
voedingseenheid, kunt u de draad van de secundaire aansluiting van de transformator op
de AC-ingang aansluiten, die de netspanning naar de voedingseenheid levert (afb. 2).
Hierdoor kan de GPRS-A-module de aanwezigheid van wisselspanning bewaken.
3. Sluit de apparaten aan welke door de module aangestuurd moeten worden op de uitgang
aansluitingen.
Afb. 2. Voorbeeld van het aansluiten van voeding en het bewaken van de aanwezigheid van
wisselspanning als de module wordt gevoed door de SATEL APS-15 / APS-30
1.5
Aansluiten van digitale temperatuursensoren (1-draads)
U kunt tot 8 digitale temperatuursensoren aansluiten op de 1-draads bus. De totale lengte
van de bekabeling mag niet langer zijn dan 30 meter. Als er meerdere sensoren op de bus
worden aangesloten, is het raadzaam om een lasdoos module (MZ-2 of MZ-3) te gebruiken.
SATEL heeft in het productaanbod de DS-T1 en DS-T2 waterdichte temperatuur sensoren.
De DS-T1 sensoren meten temperaturen van -35°C tot 60°C, terwijl de DS-T2 van -40°C tot
110°C. Ze zijn geschikt voor binnen of buiten montage. De DS-T1 sensoren kunnen met
dubbelzijdig tape of schroeven op het montageoppervlak worden bevestigd. De DS-T2
sensoren zijn voor inbouwmontage ontworpen (diameter 6 mm). De DS-T1 / DS-T2
sensordraden dienen op de volgende manier op de bus klemmen te worden aangesloten:
zwarte draad – aansluiting S1 (common ground),
groene draad – aansluiting S2 (data),
witte draad – aansluiting S3 (voeding).
GPRS-A
voedingseenheid.
3