Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Installateur - Wolf CWL-300 Bedienings- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor CWL-300:
Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk 6

6.4 Instellingen installateur

Het is mogelijk nog meer instellingen van de besturingsunit te
veranderen. Omdat sommige instellingen van invloed zijn op
de correcte werking van het toestel, zijn deze ook in een aparte
parameterset voor de installateur geplaatst. Deze parameters
mogen dan ook uitsluitend door de installateur worden gewij-
zigd. Hoe deze kunnen worden gewijzigd staat vermeld in pa-
ragraaf 6.7.2.
I1. Vaste onbalans. Hiermee kan de woning op overdruk (+)
dan wel onderdruk (-) worden gezet.
Positieve onbalans (+): de afvoerventilator ventileert de
opgegeven waarde in [m
tor.
Negatieve onbalans (-): de toevoerventilator ventileert de
opgegeven waarde in [m
tor.
I2. Geen contact stap.
Deze instelling bepaald de ventilatiestand wanneer geen
schakelcontact is aangesloten op stand 1; het toestel gaat
hier op de ingestelde ventilatiestand draaien.
I3. Niet van toepassing
I4. Switch lijn1 stap.
Bepaalt welke stand van de standenschakelaar overeen-
komt met lijn1 op de besturingsunit.
I5. Switch lijn2 stap.
Bepaalt welke stand van de standenschakelaar overeen-
komt met lijn2 op de besturingsunit.
I6. Switch lijn3 stap.
Bepaalt welke stand van de standenschakelaar overeen-
komt met lijn3 op de besturingsunit.
I7. Is onbalans toelaatbaar?
Hiermee wordt bepaald of bijvoorbeeld de vorstregeling
mag ingrijpen op de balans.
I8. Bypassmodus.
Hierbij kan worden gekozen uit 3 situaties:
Modus 0
Hierbij wordt de bypassklep niet geschakeld
Modus 1
Hierbij wordt de bypassklep- indien aanwezig-
(standaard
geopend als aan de temperatuurvoorwaarden
instelling)
wordt voldaan
Modus 2
Hierbij gaat de toevoerventilator op een zo laag
mogelijk toerental draaien indien aan de tempe-
ratuurvoorwaarden wordt voldaan
24
Woning ventilatietoestel met warmteterugwinning CWL-300(B) / CWL-400(B)
3
/h] minder dan de toevoerventila-
3
/h] minder dan de afvoerventila-
In werking stellen
I9. Hysterese bypass.
Hiermee kan worden opgegeven hoeveel de binnentem-
peratuur mag worden verlaagd alvorens de bypass sluit of
de toevoerventilator het normale toerental gaat draaien.
I10. Constante druk uitgeschakeld.
Hiermee kan worden bepaald of de ventilatoren in alle ge-
paalde weerstand constant druk gaan draaien.
I11. Voor- of naverwarmer
Hiermee wordt opgegeven of een voor of naverwarmer
aangesloten is.
Instelling I11
Situatie
0
Geen voor- of naverwarmer
1
Voorverwarmer aangesloten op basisprint
2 & 3
Deze instelling alleen gebruiken bij optieprint
I12. Temperatuur voorverwarmer
Hiermee wordt offset temperatuur voorverwarmer inge-
steld.
I13 Filtermelding
led van de 3-standenschakelaar.
I14 Aanwezigheid optieprint
Hiermee wordt aangegeven of een optieprint is gemon-
teerd.
I15 Niet van toepassing
I16 Niet van toepassing
I17 Niet van toepassing.
I18 Niet van toepassing.
I19 Niet van toepassing
Voor fabrieksinstelling installateur zie de tabel paragraaf 6.7.3.
-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Cwl-400

Inhoudsopgave