1. Inleiding
1.1 Gebruikersdoel
De garagedeur is bedoeld om een opening in een gebouw af te sluiten die bedoeld is om
personen en voertuigen door te laten. Het is niet toegestaan om de garagedeur te gebruiken
voor andere doeleinden. Lees voordat u werkzaamheden aan de garagedeur verricht deze
gebruikershandleiding aandachtig goed. De leverancier is niet verantwoordelijk voor even-
tuele schade indien de garagedeur foutief wordt gebruikt of gemonteerd.
1.2 Alvorens de montage
Voor aanvang van de montage dient:
- uw oude garagedeur gedemonteerd te zijn;
- de garage goed bereikbaar te zijn;
- er licht in de garage aanwezig te zijn;
- er aan de beide zijden van de binnenzijde van uw garagedeur een minimale zijruimte
van 75 mm beschikbaar te zijn;
- indien het verenpakket aan de voorzijde wordt gemonteerd en het een handbediende uitvoering
betreft, moet er vanuit de binnenzijde van uw garage bekeken minimaal 220 mm bovenruimte
beschikbaar zijn. Bij een elektrische uitvoering van uw garagedeur moet er minimaal 250 mm
bovenruimte beschikbaar zijn;
- indien het verenpakket aan de achterzijde wordt gemonteerd en het een handbediende uitvoering
betreft moet er vanuit de binnenzijde van uw garage bekeken minimaal 70 mm bovenruimte
beschikbaar zijn. Bij de handbediende uitvoering moet er op 500 mm in de garage 100 mm
bovenruimte beschikbaar zijn. Bij een elektrische uitvoering van uw garagedeur moet er
minimaal 125 mm bovenruimte beschikbaar zijn;
- de vloer afgewerkt, schoon, vlak en waterpas te zijn;
- de muur, waarop de rails worden bevestigd, gevoegd te zijn;
- er een stopcontact beschikbaar te zijn waar de motorkop van de elektrische bediening wordt geplaatst.
Houdt u tevens rekening met onderstaande punten:
- bescherm de garagedeur tegen agressieve of bijtende producten, dit kan leiden tot corrosie;
- zorg voor voldoende afwatering aan de buitenzijde van de garagedeur;
- zorg voor voldoende ventilatie van de garagedeur;
- bij pleister - of schilderwerken moet de garagedeur afdoende beschermd worden.
1.3 Te ontraden gebruik
Het volgende gebruik wordt ten sterkste ontraden:
Het heffen en / of tillen van voorwerpen, personen en / of dieren met het deurmechanisme.
Het wijzigen van de garagedeur of delen hiervan; -Het versnellen of vertragen van de bewegingen
van de elektrisch bediende deur.
1.4 Gebruikersomstandigheden
De temperatuur mag niet lager zijn dan -30 graden Celsius en niet hoger dan 60 graden Celsius zijn.
De garagedeur is te bedienen tot een windsterkte van 32 m / s (11 Bfrt).
4