De Ethernet-verbinding controleren
1.
Controleer of de Ethernet-kabel stevig is aangesloten op het apparaat en op een router, Ethernet-
aansluiting of Ethernet-switch.
2.
Als de Ethernet-kabel is aangesloten op een netwerkrouter of Ethernet-switch, sluit u de kabel aan op
een andere poort op de router of switch.
3.
Druk op de Aan/uitknop om het apparaat uit te schakelen, wacht 30 seconden en druk dan nogmaals op
de Aan/uitknop om het apparaat weer in te schakelen.
De draadloze verbinding controleren
Zorg dat de netwerkkabel niet is aangesloten.
●
Controleer of de scanner en de draadloze router zijn ingeschakeld en van stroom worden voorzien.
●
Controleer ook of de draadloze zender van de printer is ingeschakeld.
Controleer of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is. Druk de configuratiepagina af om de
●
naam van het draadloze netwerk (SSID) te bepalen. Voer de draadloze installatie opnieuw uit als u niet
zeker weet of de naam van het draadloze netwerk (SSID) juist is.
Bij beveiligde netwerken controleert u of de beveiligingsinformatie juist is. Voer de draadloze installatie
●
opnieuw uit als de beveiligingsinformatie niet juist is.
Probeer toegang te krijgen tot andere computers op het draadloos netwerk als het draadloos netwerk
●
niet goed functioneert. Probeer verbinding te maken met internet via een draadloze verbinding als het
netwerk toegang heeft tot internet.
De coderingsmethode (AES of TKIP) voor de scanner is hetzelfde als die voor het draadloze
●
toegangspunt (op netwerken met WPA-beveiliging).
Controleer of de scanner zich binnen het bereik van het draadloze netwerk bevindt. Bij de meeste
●
netwerken dient de scanner zich binnen 30 m van het draadloze toegangspunt (draadloze router) te
bevinden.
Zorg dat het draadloze signaal niet wordt geblokkeerd door obstakels. Verwijder grote metalen objecten
●
tussen het toegangspunt en de printer. Controleer of er geen pilaren, muren of draagbalken van metaal
of beton tussen de scanner en het draadloos toegangspunt staan.
Zorg dat de scanner niet in de buurt staat van elektronische apparaten die het draadloze signaal kunnen
●
storen. Apparaten die het draadloos signaal kunnen storen, zijn onder andere motoren, draadloze
telefoons, beveiligingscamera's, andere draadloze netwerken en bepaalde Bluetooth-apparaten.
Controleer of de scandriver op de computer is geïnstalleerd.
●
Controleer of de computer en de scanner op hetzelfde draadloze netwerk zijn aangesloten.
●
Controleer voor OS X of de draadloze router ondersteuning biedt voor Bonjour.
●
Knoppen werken niet goed
De scanknoppen werken niet goed
Druk na elke stap op de knop Scannen om te zien of deze goed werkt. Als het probleem aanhoudt, gaat u
verder met de volgende stap.
52
Hoofdstuk 5 Problemen oplossen
NLWW