Voer nooit onderhouds- of montageprocedures uit terwijl de motor loopt, dit kan tot ernstig lichamelijk letsel leiden.
Monteren van de blazerbuizen
Montage
WAARSCHUWING
1.
Bevestig de klemmen (A) aan beide uiteinden van de flexi-
bele buis (B).
2.
Monteer de zwenkbuis (C) in de flexibele buis (B).
Controleer voordat u de handgreep (F) monteert, of de gaska-
bel niet verdraaid is.
3.
Leid de kabel tussen het bochtstuk (D) en het frame en langs
de bovenzijde van de flexibele buis. Verwijder klemschroef
(E) op de handgreep (F). Plaats de inkeping in de handgreep
tegenover de uitsteeksels (G). Buig de klem open en mon-
teer hem op de zwenkbuis (C) achter de ribbels in de buis.
4.
Monteer de flexibele buis (B) aan het bochtstuk (D) op de
bladblazer en draai de klemmen (A) vast.
Gebruik eventueel een licht smeermiddel om het monteren van
de flexibele buis aan het bochtstuk van de bladblazer te verge-
makkelijken.
5.
Monteer de kabelbinder (H) in de tweede groef van de flexi-
bele buis.
6.
Verplaats de handgreep (F) naar de gewenste positie. Draai
de kop (I) handvast en haal klemschroef (E) aan.
7.
Schuif de rechte buis (J) over de zwenkbuis (C) tot u een
lichte weerstand ondervindt. Gebruik geen geweld bij het
monteren. Houd de zwenkbuis vast en draai de rechte buis
rechtsom waardoor hij in de vergrendelingskanalen glijdt,
totdat een stevige koppeling is ontstaan. Gebruik geen ge-
weld bij het monteren.
8.
Monteer de gebogen buis (K) aan de rechte buis (J) zoals
beschreven in stap 7.
Door het gebruik van de bladblazer zullen de pijpkoppelingen
in de loop van de tijd losser worden. Door middel van een ex-
clusief vergrendelingssysteem kunnen de buizen weer worden
vastgezet. Als de verbindingen losser worden, kunt u de beide
rechte buizen losnemen en opnieuw monteren volgens de in-
structies 7 en 8.
9
Montage