5. Plaats nieuwe quad-ringen op de drukplaat. Smeer
een beetje vet op de quad-ringen om te voorkomen
dat deze uit hun positie bewegen. Plaats de drukplaat
op de as met de niersleuf van het lager af. De nier
moet zich aan de drukzijde van de motor bevinden.
6. Plaats de aandrijfpen op de asgleuf en houd deze in
positie met een schroevendraaier terwijl u de gerotor
over de as schuift tot aan de drukplaat. Zorg ervoor
dat de gerotor en de drukplaat op één lijn staan.
7. Monteer de kap op de as. Hierbij moet de gerotor een
beetje opzij worden bewogen. De stelpennen moeten
door de drukplaat in de behuizing gaan. Oefen geen
kracht uit met een hamer of persapparaat, omdat het
geheel ineen zal schuiven als het in positie is.
8. Plaats de vier schroeven van de motorkap en
draai deze vast met een torsie van 23 Nm in een
kruispatroon. Hierbij moer de eerste torsie @
13,5 Nm bedragen.
9. Plaats de aanzuigflens en de schroeven.
10. Plaats de handgreep en de schroeven.
11. Controleer met de hand of de rotor onbelemmerd
kan draaien. Als dit niet het geval is, moet u
de motorkap verwijderen, de motoronderdelen
schoonmaken en alles weer in elkaar zetten. Stof en
korreltjes vuil zullen verhinderen dat de motor draait.
12. Monteer de afdekplaat met vijf schroeven en
afdichtingsringen.
13. Plaats de pomp in het frame en schuif deze naar
voren totdat de borglip in de gleuven van de pomp
zit (Figuur 16).
1
G008124
Figuur 16
1. Borglip
14. Draai de pompklem naar achteren op de pomp
(Figuur 14).
15. Koppel de afvoerslang aan de pomp en zet de
sluitingen vast (Figuur 13).
16. Sluit de hydraulische slangen aan op de
tractie-eenheid.
De huls van de pijp controleren
De huls van de pijp (Figuur 17) in de handgreep heeft
een sleuf zodat water en vuil kunnen weglopen zonder
terug te stromen in de slang. Zorg ervoor dat er geen
vuil in de sleuf en de opening zit.
G008125
1. Huls van pijp
2. Sleuf
De werktuigkoppeling smeren
Als de sluithendel op de werktuigkoppeling niet
onbelemmerd en soepel draait, moet u een dun laagje vet
aanbrengen op de plaats die wordt getoond in Figuur 18.
12
Figuur 17
3. Opening
1
3
2