6 Montage
–
met een bekleding van weer- en vorstbestendige bouw-
stoffen.
De luchtschacht van het verticale deel met een warmtedoor-
laatweerstand van < 0,12 m
dikke minerale warmte-isolatie isoleren:
–
Warmtegeleidbaarheid van de minerale warmte-isolatie:
λ = 0,04 W/mK
In de volgende tabel zijn voor sommige schachtbouwstoffen
de warmtegeleidbaarheid en warmtedoorlaatweerstanden
vermeld.
Schachtbouwstof-
Dicht-
fen
heid
kg/m
Metselwerk
1800
Hoogvaste bakste-
2000
nen en hoogvaste
klinkers conform
2200
DIN 105-3
Volle stenen, holle
1200
baksteen conform
1400
DIN 105-1
1600
1800
Kalkzandstenen con-
1000
form DIN 106-1
1200
1400
1600
1800
Volle lichtbeton-
800
stenen volgens
1000
DIN 18152
1200
1400
1600
1800
Holle blokstenen van
1000
licht beton conform
1200
DIN 18151
1400
Normaal beton con-
2400
form DIN 1045
* Geldt voor kwadratische schacht met een zijlengte van 12 cm
en een wanddikte van 12 cm
Bij VLT-/VGA-installaties in naast elkaar liggende positie in
het koude bereik (bereik boven en onder dak) moet u de op-
pervlakken aan kamerzijde van de voor de verbrandings-
luchttoevoer gebruikte schacht tegen condenserend vocht
beschermen.
Hiervoor wordt een minstens 3 cm dikke warmte-isolatie
aangebracht.
–
Warmtegeleidbaarheid van de warmte-isolatie:
λ = 0,04 W/mK
In het bereik onder het dak is een bijkomende externe damp-
prop (alucacheerlaag) vereist.
U mag de CV-ketels en bijbehorende installaties niet direct
aan de luchtschacht bevestigen.
14
Montagehandleiding Meervoudig bezette VLT-/VGA-systemen in overdrukbedrijf voor ecoTEC pro/plus 0020177718_00
2
K/W moet u met een 30 mm
λ
Warmtedoorlaat-
W/(mK)
weerstand m
3
*
0,81
0,09
0,96
0,08
1,2
0,06
0,5
0,15
0,58
0,13
0,68
0,11
0,81
0,09
0,5
0,15
0,56
0,13
0,7
0,10
0,79
0,09
0,99
0,07
0,4
0,18
0,46
0,16
0,54
0,13
0,63
0,12
0,74
0,10
0,87
0,08
0,49
0,15
0,6
0,12
0,73
0,10
2,1
0,03
De verticale afstand tussen twee rookgasaansluitingen moet
minstens 2,0 m bedragen.
De in de rookgasleidingvoet voorhanden collector voor neer-
slagwater en condens moet u via een geurslot op de riolering
aansluiten.
–
Sperwaterhoogte van het geurslot: minstens 150 mm
Neem m.b.t. de neutralisatie van de condens de nationale en
evt. de regionale voorschriften in acht.
Als door de inbouw van een geurslot met een sperwater-
hoogte van minstens 100 mm een rookgasluitlaat verhinderd
wordt, dan mag u de condens via de condensaansluitele-
menten (druk- en condensdichte aansluiting met condensbe-
2
K/W
stendig persfittingsysteem) in de rookgasleiding verdiepings-
gewijs inbrengen.
Het geurslot kan onderdeel van de vuurhaard zijn. De af-
stand tussen de aansluiting van het condenselement buiten
de luchtschacht en brandbare bouwstoffen moet minstens
50 mm bedragen.
5.12
Hoogte van de monding boven dak
De mondingen van de rookgasinstallaties moeten:
–
minstens 40 cm over de nok uitsteken
–
van het dakoppervlak minstens een meter verwijderd zijn;
hierbij volstaat een afstand van het dakoppervlak van 40
cm als het totale nominale warmtevermogen van de CV-
ketels niet meer dan 50 kW bedraagt.
–
minstens 1 m uitsteken boven dakopbouweenheden, ge-
bouwdelen en openingen naar ruimtes, ook van naburige
gebouwen, voor zover de afstand tot de rookgasinstalla-
ties minder dan 1,5 m bedraagt.
–
minstens een meter uitsteken boven componenten van
brandbare bouwstoffen, behalve daken of ze moeten er
minstens 1,5 m van verwijderd zijn.
De mondingen van de rookgasleidingen moeten ook min-
stens een meter boven dakopbouweenheden uitsteken, als
de afstand ervan tot de rookgasinstallatie kleiner is dan het
1,5-voudige van de hoogte boven het dak.
5.13
Plaats van revisieopeningen
▶
Bouw revisieopeningen zo in dat de rookgasleiding mak-
kelijk en veilig ingekeken kan worden en evt. gereinigd
kan worden.
6
Montage
6.1
Montage en installatie voorbereiden
Montage voorbereiden
1.
Controleer of de schacht aan de vereisten van de
bouwvoorschriften van de landen voldoet.
2.
Controleer of de schacht de minstens vereiste doorsne-
des en de maximaal toegestane hoogte heeft.
Aanwijzing
Bouw geen achterventilatieopening in de
schacht in.
3.
Controleer of de schachtkop nog in een goede toestand
is of gesaneerd moet worden.