6 Elektrische aansluiting
Overspanningscategorie:
De omvormer kan in netwerken van overspanningscategorie III of lager conform IEC 60664-1
worden gebruikt. Dat betekent dat de omvormer permanent kan worden aangesloten op het
netaansluitpunt in een gebouw. Bij installaties met lange kabeltrajecten buiten zijn aanvullende
maatregelen vereist om de overspanningscategorie IV te reduceren tot overspanningscategorie III
(zie technische informatie "Overspanningsbeveiliging" op www.SMA-Solar.com).
Aardleidingsbewaking:
De omvormer is uitgerust met een aardleidingsbewaking. Deze herkent als er geen aardleiding is
aangesloten en koppelt de omvormer in dat geval los van het openbare stroomnet. Afhankelijk van
de installatielocatie en netvorm kan het zinvol zijn de aardleidingsbewaking uit te schakelen. Dit
kan bijv. nodig zijn bij een Delte-IT-net of bij andere netvormen als er geen nulleider beschikbaar is
en u de omvormer tussen twee fases wilt installeren. Neem contact op met uw netwerkexploitant of
SMA Solar Technology AG als u hierover vragen hebt.
• De aardleidingsbewaking moet afhankelijk van de netvorm na de eerste inbedrijfstelling
worden gedeactiveerd (zie hoofdstuk 8.13, pagina 72).
Veiligheid conform IEC 62109 bij gedeactiveerde aardleidingsbewaking
Om bij geactiveerd aardleidingbewaking de veiligheid conform IEC 62109 te waarborgen,
moet u een extra aarding aansluiten:
• Om bij geactiveerd aardleidingbewaking de veiligheid conform IEC 62109 te
waarborgen, een extra aarding aansluiten (zie hoofdstuk 6.2.3, pagina 36). Daarbij
moet de extra aardleiding dezelfde doorsnede hebben, als de aangesloten aardleiding
op de klemmenstrook voor de AC-kabel. Zo wordt voorkomen dat er contactstroom
optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot gaat.
Aansluiting van een aanvullende aarding
In sommige landen is principieel een aanvullende aarding vereist. Neem in elk geval de ter
plaatse geldende voorschriften in acht.
• Als een aanvullende aarding is vereist, sluit dan een aanvullende aarding aan met ten
minste dezelfde diameter als de op de klemmenstrook voor de AC-kabel aangesloten
aardleiding (zie hoofdstuk 6.2.3, pagina 36). Zo wordt voorkomen dat er
contactstroom optreedt als de aardleiding op de klemmenstrook voor de AC-kabel kapot
gaat.
6.2.2
Omvormer op het openbare stroomnet aansluiten
Voorwaarden:
☐ Gebruik alleen de meegeleverde klemmenstrook voor de AC-aansluiting.
☐ De aansluitvoorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden aangehouden.
☐ De netspanning moet binnen het toegestane bereik liggen. Het precieze werkbereik van de
omvormer is in de bedrijfsparameters vastgelegd.
34
SBS25-1VL-10-BE-nl-16
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding