Service bij levering
1 Laad de accu minstens 4 uur lang met max. 5 A.
2 Monteer het stuur, de zitting en indien nodig
andere onderdelen.
3 Controleer de luchtdruk in de banden (60 kPa,
0,6 bar, 9 psi) en pas deze aan.
4 Stel het maai-element af:
Stel de sluitveren af (het maai-element weegt
tussen 12-15 kg / 26.5-33 lb).
Stel het maai-element zodanig af dat de
achterkant ca 2-4 mm / 1/8" hoger staat dan de
voorkant.
Stel de maaihoogte van het snij-aggregaat
zodanig in dat de aansluitstang is aangespannen
op de laagste maaistand.
5 Controleer of de juiste hoeveelheid olie in de
motor zit.
6 Controleer of er olie in de olietank van de
transmissie zit.
7 Sluit de accu aan.
8 Vul brandstof bij en start de motor.
9 Controleer of de machine niet beweegt in
neutraalstand.
10 Controleer:
Vooruit rijden.
Achteruit rijden.
De messen activeren.
Veiligheidsschakelaar voor zitting.
Veiligheidsschakelaar voor hendel.
Veiligheidsschakelaar voor hydrostaatpedalen.
Servicejournaal
11 Het toerental van de motor controleren Zie
hoofdstuk Technische gegevens.
12 Informeer de klant over:
De noodzaak en de voordelen om het
onderhoudsschema te volgen.
Effect van onderhoud en servicejournaal op de
inruilwaarde van de machine.
Gebruiksmogelijkheden voor BioClip-functie.
Vul het verkoopbewijs enz. in.
Deze service bij levering werd uitgevoerd. Geen andere
opmerkingen. Verklaring:
________________________________________________
Datum, meterstand, stempel, handtekening
Na de eerste 8 uur
1 Vervang de motorolie
2 Controleer het oliepeil in de transmissie, vul bij
indien nodig. (Alleen AWD-machines)
3 Controleer de rotatiesnelheid van de voor- en
achterwielen conform het onderhoudsschema.
(Alleen AWD-machines) Zie het
werkplaatshandboek.
– 3
Dutch