Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controles Vóór Ingebruikname; Onder Spanning Brengen Van De Binnenunit; Pompsnelheid Instellen - Daikin EKHVH016BB6V3 Montagehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EKHVH016BB6V3:
Inhoudsopgave

Advertenties

8.5. Controles vóór ingebruikname
Controleer eerst de volgende punten na de installatie van de unit.
Sluit de unit nadat alle onderstaande controles zijn uitgevoerd,
waarna u de unit kunt opstarten.
GEVAAR
Schakel alle relevante voedingen uit voordat u aansluitingen
uitvoert.
1
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het starten van de unit.
2
Lokale bedrading
Zorg dat de lokale bedrading tussen het lokale stroompaneel en
de binnenunit, buitenunit en binnenunit, binnenunit en kleppen
(indien van toepassing), binnenunit en kamerthermostaat
(indien van toepassing), en binnenunit en tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik is uitgevoerd volgens de in hoofdstuk
"7.3. Lokale bedrading" op pagina 18
volgens de bedradingsschema's en de Europese en nationale
regelgevingen.
3
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
4
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
5
Isolatietest van hoofdvoedingscircuit
Gebruik een megatester van 500 V en controleer of de
isolatieweerstand van 2 MΩ of meer wordt gehaald door tussen de
voedingsklemmen en de aarde een spanning van 500 V DC toe te
passen. Gebruik de megatester nooit voor de transmissiebedrading.
6
Zekeringen of beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen of de
lokaal gemonteerde beveiligingen overeenstemmen met de
vereisten vermeld in het hoofdstuk
pagina
45. Zorg ervoor dat er geen zekering of beveiliging is
overgeslagen.
7
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast zichtbaar zijn.
8
Leidingmaat en leidingisolatie
Zorg dat de juiste leidingmaten zijn geïnstalleerd en dat de
isolatie naar behoren is aangebracht.
9
Afsluiters
Zorg dat de afsluiters aan de vloeistof- en gaszijde zijn geopend.
10 Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
11 Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer als er een koelmiddellek is.
12 Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Sluit
ingeval van een waterlek de waterinlaat- en uitlaatkleppen en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
13 Ontluchtingsklep
Zorg ervoor dat de ontluchtingsklep open staat (minstens 2 draaien).
EKHVH/X016BB6V3 + EKHVH/X016BB6+9WN
Daikin Altherma binnenunit
4PW64331-1A – 09.2011
beschreven instructies,
"Technische specificaties" op
14 Afsluiters
Zorg ervoor dat de afsluiters correct geïnstalleerd zijn en
helemaal open staan.
LET OP
Wanneer u het systeem met gesloten kleppen gebruikt,
wordt de pomp beschadigd!
15 Luchtinlaat/-uitlaat
Controleer of de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet belemmerd
is door papier, karton of iets anders.
16 Stroomonderbreker backupverwarming F1B/F3B
Vergeet niet om de stroomonderbreker van de backupverwarming
F2B in de schakelkast in te schakelen (F1B/F3B, afhankelijk van
het type backupverwarming). Zie het bedradingsschema.
17 Bevestiging
Controleer of de unit correct gemonteerd is om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
18 Drukveiligheidsklep
Open de drukveiligheidsklep om te controleren of de
backupverwarming volledig gevuld is met water. Er moet water
uitkomen in plaats van lucht.
LET OP
De backupverwarming zal schade oplopen als u het
systeem gebruikt terwijl de backupverwarming niet volledig
gevuld is met water!

8.6. Onder spanning brengen van de binnenunit

Wanneer de stroomvoorziening naar de unit wordt ingeschakeld,
verschijnt op de gebruikersinterface "88" terwijl deze wordt
geïnitialiseerd, wat tot 30 seconden kan duren. In deze fase kan de
gebruikersinterface niet worden gebruikt.

8.7. Pompsnelheid instellen

De pompsnelheid kan op de pomp worden gekozen (zie
"5.2. Hoofdcomponenten in de unit" op pagina
De standaardinstelling is de hoogste snelheid (I). Als de waterstroming
in het systeem te hoog is (bijv. geluid van stromend water in de
installatie), kan de snelheid op middelmatige (II) of lage (III) snelheid
worden ingesteld.
De beschikbare externe statische druk (ESP, uitgedrukt in kPa)
afhankelijk van de waterstroming (l/min) is afgebeeld in de
onderstaande grafiek.
65
60
55
50
45
40
35
30
25
I
I
I I I
I I
I I
20
15
10
5
0
16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 54 56 58
9).
I I
I I I I
I
I
[l/min]
Montagehandleiding
24

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave