IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G
5.11 Afstellen toestel
Het toestel dient zo afgesteld te worden, dat het goed functioneert met het toegepaste afvoersysteem. Daartoe
wordt een restrictieschuif geplaatst en/of een luchtinlaatgeleider verwijderd. De voorwaarden voor toepassing met
geveldoorvoer en dakdoorvoer staan vermeld in bijlage 2, tabel 4, 5 en 6.
5.11.1 Luchtinlaatgeleiders
Een G31-toestel bevat geen luchtinlaatgeleiders, deze hoeven dus niet verwijderd te worden.
!Let op
Ø
Kijk in tabel 4, 5 en 6 of de restrictieschuif in uw opstelling verwijderd moet worden.
De luchtinlaatgeleiders (L) bevinden zich aan de achterzijde onderin de verbrandingskamer van het toestel
(zie Bijlage 3, Afb. 10 en 11).
Ga bij het verwijderen als volgt te werk:
Ø
Verwijder de ruit, zoals beschreven in paragraaf 5.10.1;
Ø
Verwijder de twee parkers onder aan de verbrandingskamer (zie Bijlage 3, Afb. 10);
Ø
Verwijder plaat (M) zoals aangegeven (zie Bijlage 3, Afb. 10);
Ø
Draai de vier parkers van de twee luchtinlaatgeleiders helemaal uit (zie Bijlage 3, Afb. 11);
Ø
Verwijder de twee luchtinlaatgeleiders (L);
Ø
Draai de vier parkers terug in de verbrandingskamer;
Ø
Plaats de plaat (M) terug in de verbrandingskamer;
Ø
Schroef de twee parkers terug in de verbrandingskamer;
Ø
Plaats de ruit terug, zoals beschreven in paragraaf 5.10.2.
•
Alle parkers moeten terug in de verbrandingskamer gedraaid zijn;
!Let op
•
Gooi de luchtinlaatgeleiders niet weg, deze zijn mogelijk in de toekomst nog nodig.
!Tip
Indien u een toestel installeert, waarbij een restrictieschuif geplaatst moet worden, plaatst u dan de ruit nog niet
terug.
5.11.2 Restrictieschuif
De restrictieschuif (R) moet op de juiste positie worden afgesteld (zie Bijlage 3, Afb. 12).
Ga als volgt te werk:
Ø
Verwijder de ruit, zoals beschreven in paragraaf 5.10.1;
De restrictieschuif dient op de juiste manier geplaatst worden. Volgt daarom exact de aanwijzingen in
!Let op
Bijlage 3, Afb. 12.
Ø
Draai de 2 parkers enkele slagen los, maar niet helemaal los;
Ø
Stel de stand van de restrictie in volgens tabel 4, 5 en 6;
In de restrictieschuif worden 4 van de 5 mogelijke standen weergegeven door 4 uitgesneden letters. De B, C en
D komen overeen met de letters in tabel 5, De O staat vermeld in tabel 4.
Ø
Zorg ervoor dat de punt van de driehoek behorende bij de door u gewenste stand en het midden van de parker
exact in één lijn liggen.
!Let op
Bij ristrictie D dient de restrictieschuif volledige naar voren gezet te worden.
Ø
Draai de 2 parkers nu vast;
Bij stand A dient de restrictieschuif volledig uit de verbrandingskamer verwijderd te worden.
Ga als volgt te werk:
Ø
Draai de 2 parkers van de restrictieschuif uit de verbrandingskamer (zie Bijlage 3, Afb. 12);
Ø
Verwijder de restrictieschuif (R);
Ø
Draai de parkers terug in de verbrandingskamer;
•
De parkers van de restrictieschuif moeten terug in de verbrandingskamer gedraaid zijn.
!Let op
•
Gooi de restrictieschuif niet weg, deze zijn mogelijk in de toekomst nog nodig.
Ø
Plaats de ruit terug, zoals beschreven in paragraaf 5.10.2.
!Tip
Indien u een toestel installeert, waarbij houtset nog geplaatst moet worden, plaatst u dan de ruit nog niet terug.
5.12 Houtset
Het toestel wordt geleverd met een houtset.
Houd u zich strikt aan onderstaande instructies ter voorkoming van onveilige situaties:
!Let op
•
gebruik uitsluitend de meegeleverde houtset;
•
plaats de houtset exact volgens de beschrijving;
•
laat de waakvlambrander en de ruimte eromheen vrij (zie Bijlage 3, afb. 15);
•
laat thermokoppel 2 en de ruimte eromheen vrij (zie Bijlage 3, afb. 16);
•
laat de sleuf tussen en om de branderbakken vrij;
•
voorkom dat het fijne stof van het vermiculiet op de branders terechtkomt.
13