12 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS
12.39
92
E00330-10
Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren
400227-01
Hoofdwerk
–
1
Moer
losdraaien.
–
2
Moeren
losdraaien.
–
Kettingspanning door het draaien van de stelschroeven
links en rechts instellen.
Voorgeschreven waarde
Kettingspanning
3
Stelschroeven
links en rechts zodanig draaien dat de
markeringen aan de linker en rechter kettingspanner in
dezelfde positie staan t.o.v. de referentiemarkeringen
Zo is het achterwiel correct uitgelijnd.
–
2
Moeren
vastdraaien.
–
Controleren of de kettingspanners
3
ven
liggen.
–
1
Moer
vastdraaien.
Voorgeschreven waarde
Moer steekas achter
Info
Door het grote instelbereik van de kettingspanner
(32 mm) kunnen bij gelijke kettinglengte verschillende
secundaire overbrengingen worden gereden.
De kettingspanners
Nawerk
–
Motorfiets van hefbok nemen. (
Voorwerk
–
Motorfiets met hefbok opkrikken. (
Hoofdwerk
–
Versnelling in stationair schakelen.
–
Kettingwiel en ketting-aandrijfwiel op slijtage controleren.
»
Als kettingwiel resp. ketting-aandrijfwiel zijn ingereden:
–
Aandrijfset vervangen.
Info
Ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en ketting moe-
ten altijd samen worden vervangen.
55 ... 58 mm
4
tegen de stelschroe-
M20x1,5
80 Nm
4
kunnen 180° worden gedraaid.
pag. 64)
pag. 64)
3
A
.