6.5
Claxonknop (alle EU-modellen)
6.6
Lichtschakelaar (alle EU-modellen)
6.7
Lichtschakelaar (XCF‑W)
(XCF‑W)
De uitschakelknop
Mogelijke toestanden
•
Uitschakelknop
ontstekingscircuit gesloten en kan de motor worden gestart.
•
Uitschakelknop
kingscircuit onderbroken. Een draaiende motor schakelt uit
en een stilstaande motor schakelt niet in.
E00821-10
1
De claxonknop
Mogelijke toestanden
•
Claxonknop
•
Claxonknop
bediend.
S01303-10
De lichtschakelaar
Mogelijke toestanden
Dimlicht aan – Lichtschakelaar in de middelste stand.
In deze stand zijn het dimlicht en het achterlicht
ingeschakeld.
Groot licht aan – Lichtschakelaar is tegen de klok in
gedraaid. In deze stand zijn het groot licht en het ach-
terlicht ingeschakeld.
S01307-10
De lichtschakelaar
instrument.
Mogelijke toestanden
Licht uit – Lichtschakelaar is tot de aanslag ingedrukt. In
•
deze stand is het licht uitgeschakeld.
Licht aan – Lichtschakelaar tot de aanslag uitgetrokken. In
•
deze stand zijn het dimlicht en het achterlicht ingeschakeld.
V01748-10
BEDIENINGSELEMENTEN 6
1
is links aan het stuur aangebracht.
in de uitgangspositie – In deze stand is het
ingedrukt – In deze stand is het ontste-
is links aan het stuur aangebracht.
in de uitgangspositie
ingedrukt – In deze stand wordt de claxon
1
is links aan het stuur aangebracht.
1
bevindt zich links naast het gecombineerde
17