21 OPSPOREN VAN FOUTEN
Fout
Motor draait niet door (startmo-
tor)
Motor draait door, maar springt
niet aan
Motor start niet
Motorvermogen te laag
154
Mogelijke oorzaak
Bedieningsfouten
12V-accu ontladen
Hoofdzekering doorgesmolten
Startrelais defect
Startmotor defect
Bedieningsfouten
Snelsluitkoppeling niet in
elkaar gestoken
Zekering 1 doorgesmolten
Zekering 4 doorgesmolten
Stationaire toerental verkeerd
ingesteld
Bougie verzopen of nat
Elektrodenafstand van de bou-
gie te groot
Ontstekingssysteem defect
Ontstekingskabel in de kabel-
boom versleten, uitschakelknop
of noodstopschakelaar defect
Fout in elektronische brand-
stofinspuiting
Fout in elektronische brand-
stofinspuiting
Ontstekingssysteem defect
Luchtfilter sterk vervuild
Brandstoffilter sterk vervuild
Brandstofzeef sterk vervuild
Maatregel
–
Werkstappen voor het starten uitvoe-
ren. (
pag. 44)
–
12V-accu laden.
(
pag. 123)
–
Laadspanning controleren.
–
Ruststroom controleren.
–
Statorwikkeling van dynamo controle-
ren.
–
Hoofdzekering vervangen.
(
pag. 125)
–
Startrelais controleren.
–
Startmotor controleren.
–
Werkstappen voor het starten uitvoe-
ren. (
pag. 44)
–
Snelsluitkoppeling in elkaar steken.
–
Zekeringen van de afzonderlijke
stroomverbruikers vervangen.
(
pag. 126)
–
Zekeringen van de afzonderlijke
stroomverbruikers vervangen.
(
pag. 126)
–
Stationair toerental instellen.
(
pag. 142)
–
Bougie reinigen en drogen, indien
nodig vervangen.
–
Elektrodenafstand instellen.
Voorgeschreven waarde
Elektrodenafstand bougie
1,0 mm
–
Ontstekingssysteem controleren.
–
Kabelboom controleren. (visuele con-
trole)
–
Elektrische installatie controleren.
–
Foutengeheugen met
KTM-diagnosetool uitlezen.
–
Foutengeheugen met
KTM-diagnosetool uitlezen.
–
Bobine – secundaire wikkeling contro-
leren.
–
Bougiedop controleren.
–
Statorwikkeling van dynamo controle-
ren.
–
Luchtfilter en luchtfilterbak
reinigen.
(
pag. 82)
–
Brandstoffilter vervangen.
–
Brandstofzeef vervangen.
(
pag. 145)