17.6
Smoorkleppositie programmeren
Info
Als de besturingsunit herkent dat de smoorkleppositie bij stationair toerental opnieuw moet worden gepro-
grammeerd, knippert het controlelampje storing 2x per seconde.
17.7
Uitgangspositie versnellingshendel controleren
Info
De versnellingshendel mag bij het rijden in de uitgangspositie niet tegen de laars liggen.
Als de versnellingshendel steeds tegen de laars ligt, wordt de versnelling teveel belast.
Info
Draaien tegen de klok in verlaagt het stationaire toeren-
tal.
Draaien met de klok mee verhoogt het stationaire toe-
rental.
Gevaar
Gevaar voor vergiftiging Uitlaatgassen zijn giftig en
kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg heb-
ben.
–
Zorg bij gebruik van de motor steeds voor
voldoende ventilatie.
–
Gebruik een geschikte uitlaatgasafzuiging als u de
motor in een gesloten ruimte start of laat draaien.
–
Voertuig met stationair toerental laten draaien.
Het controlelampje storing knippert niet meer zodra het
programmeren is afgesloten.
Info
Als de motor te warm wordt, een afkoelrit bij gemiddeld
toerental maken.
De motor vervolgens niet uitschakelen, maar stationair
verder laten draaien tot het programmeren afgesloten
H02263-10
is.
–
In de rijpositie op het voertuig gaan zitten en de afstand
tussen de bovenkant van de laars en de versnellingshendel
meten.
Afstand versnellingshendel
tot bovenkant laars
»
Als de afstand niet overeenkomt met de voorgeschreven
waarde:
–
Uitgangspositie van de versnellingshendel instellen.
400692-10
(
pag. 144)
MOTOR AFSTELLEN 17
A
10 ... 20 mm
143