7
Reiniging en onderhoud
Algemene instructies
Regelmatige reiniging en regelmatig onderhoud
is de basisvoorwaarde voor een lange levens-
duur en een storingsvrij functioneren van het
apparaat.
De apparaten zijn bij normaal gebruik nagenoeg
onderhoudsvrij. Overeenkomstig de desbetref-
fende toepassingsvoorwaarden dienen ze om een
continu storingsvrij bedrijf te waarborgen, regel-
matig te worden gecontroleerd en, indien nodig,
worden gereinigd en evt. worden gerepareerd.
GEVAAR!
Voorafgaand aan alle werkzaamheden aan de
apparaten moet de netstekker uit de contact-
doos worden verwijderd.
Reiniging van de apparaten
n
De apparaten moeten worden losgekoppeld
van de stroomvoorziening en worden beveiligd
tegen onvoorzien herinschakelen.
n
Het aanzuigbeschermrooster regelmatig rei-
nigen en bij evt. beschadigingen vervangen.
n
Alle aanzuigopeningen en uitblaaslamellen rei-
nigen.
n
Om de ventilatorvleugel te reinigen, moet eerst
het beschermrooster worden gedemonteerd.
n
Sterkere vervuiling op de ventilator en de venti-
latorbehuizing met een sopje reinigen.
n
De apparaten mogen uitsluitend droog of met
een vochtige doek met eventueel wat sop
worden gereinigd.
n
In geen geval mag een hogedrukreiniger of
stoomreiniger worden gebruikt.
n
Geen bijtende of oplosmiddelen bevattende
reinigingsmiddelen gebruiken.
n
Bij gebruik van perslucht beschadigingen ver-
mijden.
11