Alle benodigde stuurprogramma's voor ASPI-tapeondersteuning staan op de NSSD.
De NSSD wordt geleverd bij elke server of kunt u downloaden vanaf de Compaq
website: www.compaq.com.
In het bestand Scsi.rdm op de NSSD-diskette vindt u volledige instructies voor het laden
van deze stuurprogramma's en het oplossen van eventuele problemen.
Compaq Tru64 UNIX
Het besturingssysteem Tru64 UNIX maakt gebruik van Dynamic Device Recognition
(DDR), met behulp waarvan het besturingssysteem de SDLT 110/220 drive kan
herkennen.
Als het Tru64 UNIX-systeem geen DDR-gegevens heeft om de SDLT 110/220 drive te
identificeren, stelt het systeem standaard een generieke SCSI-eenheid in en worden de
standaardinstellingen van de tapedrive ingesteld.
DDR-herkenning
OPMERKING: Vanaf UNIX 5.1 worden de DDR-tabellen gewijzigd. De syntaxis voor
tapeopdrachten wordt ook gewijzigd. De volgende voorbeelden geven de nieuwe syntaxis weer.
De SDLT 110/220 drive voorziet in compressie, zodat de opslagcapaciteit voor
tapes in feite kan worden verdubbeld wanneer de tapedrive de opdracht heeft
ontvangen om compressie in te schakelen. Dit wordt hardwarecompressie genoemd.
Hardwarecompressie wordt geregeld door de firmware van de drive en moet worden
gebruikt in plaats van de softwarematige compressie waarin soms wordt voorzien
door softwareproducten. Raadpleeg de handleiding van de applicatie om erachter te
komen hoe de applicatie reageert op hardwarecompressie. De drive krijgt van de
gebruiker door middel van schakelingen in hulpprogramma's, zoals tar, de opdracht om
hardwarecompressie in te schakelen. (Aanvullende informatie kunt u on line krijgen.
Raadpleeg de man pagina's voor tz, file, tar, dump en cpio. Daarnaast kan de man
pagina voor ddr.dbase nuttig zijn. Het is de afleiding voor de gehele getallen die bij
de onderstaande compressie horen).
Stuurprogramma's installeren
2–5