5.2 AC Laststroommeting
Bij de laststroommeting omsluit u met de meettang alleen de fase aan de zijde waar u de laststroom
wilt meten. Ga hierbij als volgt te werk:
a) Draai de draaischakelaar (3) in de gewenste positie.
b) Druk op de tanghendel (2), om de tang (1) te openen en omsluit hiermee slechts één kabel.
Zorg ervoor dat de tang compleet gesloten is.
c) Lees de gemeten waarde af van het display.
5.3 AC Spanningsmetingen
AC spanningsmetingen kunt u doorvoeren met behulp van de meegeleverde meetkabels. Ga als volgt
te werk:
a) Draai de draaischakelaar (3) op 400V.
b) Steek de meetkabels in de aansluitingen (16+17).
c) Verbind de meetuiteinden van de meetkabels PARALEL met het te meten stroomcircuit.
d) Lees de gemeten waarde af van het display.
5.4 Weerstand- en continuïteitsmeting
Waarschuwing: Wanneer u een weerstandsmeting door wilt voeren in een
stroomcircuit, dient u de stroomtoevoer te onderbreken en alle condensatoren te ontladen.
a) Draai de draaischakelaar (3) op Ω.
b) Steek de meetkabels in de aansluitingen (16+17).
c) Verbind de uiteinden van de meetkabels met beide eindes van de weerstand of het
stroomcircuit dat u meten wilt.
d) Lees de gemeten waarde af van het display.
e) Indien de weerstand lager is dan 40 Ω zal er en pieptoon klinken.
5.5 Relatieve metingen
De ZERO toets kan ook gebruikt worden om relatieve metingen door te voeren. Zodra de toets
ingedrukt is, wordt de actuele meetwaarde op nul gezet en het ZERO symbool verschijnt op het
display. Alle volgende metingen worden als relatieve waarde tot de op nul gezette waarde
weergegeven. Houd de toets ca. 2 sec. ingedrukt om terug te gaan naar de normale modus.
GEBRUIKSAANWIJZING Multimeter PCE- LCT 1
10