boot naar voren geslingerd worden.
Vergewis u ervan dat er niemand achter
●
u staat als u aan het startkoord trekt.
Het zou achterwaarts kunnen zwepen
en iemand verwonden.
Een onafgeschermd, draaiend vliegwiel
●
is zeer gevaarlijk. Houd losse kleding
en andere voorwerpen uit de buurt bij
het starten van de motor. Gebruik de
noodstartkoord uitsluitend zoals voor-
geschreven. Raak het vliegwiel of ande-
re bewegende onderdelen niet aan
wanneer de motor draait. Installeer het
startermechanisme of de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Raak bij het starten of gebruiken van de
●
motor de ontstekingsspoel, de bougie-
kabel, de bougiedop of andere elektri-
sche onderdelen niet aan. U loopt het
risico op elektrische schokken.
DMU29562
Noodstart
1.
Verwijder de motorkap.
2.
Koppel de neutrale-startbeveiligingska-
bel los van de starter, indien voorzien.
3.
Verwijder de starter/het vliegwiel door
de bouten los te draaien.
4.
Maak de motor klaar om te starten. Voor
meer informatie, zie pagina 27. Zorg er-
voor dat de motor in neutraal staat en
dat de klem is bevestigd aan de motor-
Herstellen van defecten
stopschakelaar. De hoofdschakelaar
moet in de stand "
voorzien.
5.
Als er een chokeknop is voorzien, trekt u
die uit wanneer de motor koud is. Nadat
de motor is gestart, drukt u de choke-
knop langzaam terug in zijn uitgangspo-
sitie naarmate de motor warmer wordt.
ZMU02883
6.
Steek het geknoopte uiteinde van de
noodstartkoord in de inkeping in de
vliegwielrotor en draai de koord verschil-
" (aan) staan, indien
ZMU02884
ZMU02860
59