6 Verzorging en onderhoud
5.23
Automatische stand-by
Fabrieksinstelling: AAN
Mogelijke instellingen:
▪ UIT
▪ AAN
5.24
Fabrieksinstelling
Fabrieksinstelling: NEE
Mogelijke instellingen:
▪ JA
▪ NEE
6
Verzorging en onderhoud
6.1
Binnen- en buitenreiniging
Binnenruimte reinigen
Bij de juiste afwasmiddeldosering reinigt de binnenruimte zichzelf. 2 x per jaar moet het appa-
raat met machineonderhoudsmiddel worden gereinigd
▸ De gebruiksaanwijzing van het machineonderhoudsmiddel in acht nemen.
▸ Selecteer het programma «Machineonderhoud», omdat het machineonderhoudsmiddel ho-
gere temperaturen voor een optimaal reinigingseffect nodig heeft.
Buitenkant reinigen
▸ Gebruik geen schurende of zeer zure reinigingsmiddelen.
▸ Gebruik geen krassende schuursponsjes, staalwol etc. voor het reinigen. Het oppervlak
wordt anders beschadigd.
▸ Verwijder vuil of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk. Gebruik alleen een afwasmid-
del of glasreiniger.
▸ Reinig het oppervlak alleen met een zachte, vochtige doek – bij metalen oppervlakken in
slijprichting.
▸ Reinig het bedieningspaneel met een vochtige doek en droog het daarna na. Gebruik al-
leen een handafwasmiddel of glasreiniger.
▸ Reinig de deurpakking en zijkanten periodiek met een zachte, vochtige doek.
32
Wanneer de persoonlijke instelling is in-
geschakeld, verdwijnen de gegevens op
het display na afloop van het program-
ma.
Wanneer de persoonlijke instelling is uit-
geschakeld, kunnen de gegevens wor-
den weergegeven door de toesteldeur te
bedienen. Wanneer daarna een willekeu-
rige toets wordt ingedrukt, is er geen
weergave meer.
Met «Ja» kunnen de fabrieksinstellingen
worden hersteld.