4. ASSEMBLAGE
Er zijn minstens twee personen nodig om het apparaat te installeren.
4.1 De machinevoet aanbrengen (fig. 2)
Monteer de machinevoet (5) met twee zeskantschroeven (b) en sluitringen op de daarvoor bestemde
gaten.
4.2 Montage van de handgreep (fig. 2)
Monteer de handgreep (4) met twee inbusschroeven (b), twee sluitringen en twee dunne moeren
op de daarvoor bestemde gaten op de machinevoet.
4.3 Montage van de wielen (fig. 3)
Plaats de wielen (7) op de assen.
Zet de wielen (7) vast met de bijgeleverde borgringen (c).
Plaats de wieldoppen (d) op de wielen.
4.4 Installatie van de beschermkap (Fig. 4 - 8)
Monteer de onderkap (B) aan de rechterzijde van de machine met vier inbusschroeven (e).
(fig. 4) Monteer de onderkap (C) aan de linkerzijde van de machine met drie inbusschroeven
(e) (fig. 4) Plaats de zijafdekking (D) in de onderkap (B) en zet deze vast met vijf
inbusschroeven (e) en vijf zeskantmoeren (g). (fig. 5)
Plaats het zijpaneel (F) in het onderdeksel (C) en zet het vast met drie inbusschroeven (e) en drie
zeskantmoeren (g). (fig. 5)
Verbind de houders van de zijkleppen (E) met de scharnieren van de zijafdekking (D) en (F).
(fig. 5) Plaats het achterste zijpaneel (D) in het onderdeksel (B) en in het zijpaneel (D) en zet
het vast met twee inbusschroeven (e) en twee zeskantmoeren (g). (fig. 6)
Zet het achterste zijpaneel (G) vast met de zeskantschroef (f). Daartoe moet u de
bedieningshendel (1) weghalen om de zeskantige schroef (f) toegankelijk te maken. (fig. 7)
Sluit de houders van de bovenste klep (H) aan op het scharnier van de
bovenste afdekking (I). (fig. 7)
Bevestig de flappen (J) aan het scharnier van de
zijkappen (E). Klik nu de kleppen (J) samen met de klep
(H) vast. (fig. 8)
4.5 Montage van het dienblad (fig. 9)
Schuif het dienblad (3) in de daarvoor bestemde houder.
BELANGRIJK! U moet het apparaat volledig monteren voordat u het voor de eerste keer
gebruikt!
5. OPERATIE
Plaats de kloofmachine vóór de inbedrijfstelling op een stabiele, vlakke werkbank, zodat de
bedieningsknop op een hoogte van 72 - 85 cm z i t .
Zorg ervoor dat de machine volledig en vakkundig is gemonteerd. Controleer dit voor elk gebruik:
⚫ de aansluitkabels op defecte plekken (scheuren, sneden enz.).
⚫ de machine op eventuele schade.
⚫ de vaste zitting van alle bouten.
⚫ het hydraulische systeem op lekkage.
⚫ het oliepeil en
⚫ de veiligheidsvoorzieningen
5.1 Oliepeil controleren (fig. 10)
De hydraulische eenheid is een gesloten systeem met olietank, oliepomp en regelventiel.
Controleer het oliepeil regelmatig voor elk gebruik. Een te laag oliepeil kan de oliepomp
14