HA20RTJ - HA20RTJ O - HA20RTJ PRO - HA61RTJ O - HA61RTJ PRO
C
- Controle vóór gebruik
4 - Functionele veiligheidscontroles
Om de gebruiker en de machine te beschermen, verhinderen de veiligheidssystemen iedere beweging
van de machine buiten de werkingslimieten. Wanneer deze veiligheidssysteem geactiveerd zijn, is de
machine geïmmobiliseerd en iedere extra beweging wordt verhinderd.
De gebruiker moet vertrouwd zijn met deze technologie en begrijpen dat het hier niet handelt om een
defect maar om een indicatie dat de machine de werkingslimiet bereikt heeft.
De hoogtewerkers zijn uitgerust met twee bedieningsposten waarmee de gebruiker de machine in alle
veiligheid kan gebruiken. Er is een hulpapparaat (Overriding-systeem) beschikbaar op het chassis van
de bedieningspost beneden om te helpen bij een reddingsoperatie, wanneer de hoofdvoedingsbron
niet werkt. Iedere bedieningspost is uitgerust met een noodstopknop die alle bewegingen onderbreekt
wanneer ze ingeschakeld is.
De volgende inspectie beschrijft het gebruik van de machine en de specifieke vereiste bedieningen.
Voor de plaatsing en beschrijving van deze bedieningen :
bedieningspaneel en B 3.3 en D 3 bovenste bedieningspaneel.
4.1 -
B
EDIENINGEN NOODSTOP KNOPPEN
Stap
Trek de noodstopdrukknoppen ( 15 ) op de bedieningsposten beneden en ( 46 ) op de bedieningspost
1
op het platform.
2
Plaats de schakelaar ON/OFF ( 18 ) van de bedieningspost beneden op stand ON.
Draai de schakelaar ( 229 ) naar rechts om de bedieningspost beneden te activeren. De LED's ( 1 - 10 )
3
lichten op.
4
Start de motor door de schakelaar "Dodemansknop / Noodgroep" ( 228 ) te activeren.
5
Druk op de noodstopdrukknoppen ( 15 ).
6
Controleer of de motor stilvalt.
7
Geen enkele beweging werkt.
Stap
1
Trek de noodstopknop ( 15 ) uit op de bedieningspost beneden.
2
Plaats de schakelaar ON/OFF ( 18 ) van de bedieningspost beneden op stand ON.
Draai de schakelaar ( 229 ) van de bedieningspost beneden naar links om de bedieningspost boven te
3
activeren.
4
Trek de noodstopknop ( 46 ) van de bedieningspost boven uit.
5
Herstart de motor vanuit de mand met de start/stop schakelaar van de motor ( 230 ).
6
Druk de noodstopknop ( 46 ) op de bedieningspost boven in.
7
Controleer of de motor stilvalt.
8
Geen enkele beweging werkt.
4000426690
Noodstopdrukknop bedieningspost beneden
Noodstopdrukknop bedieningspost boven
E 02 16
zie Sectie B 3.2 en D 2 Onderste
Handeling
Handeling
NL
69
A
B
C
D
E
F
G
H
I