Instellingen kaartpagina
Selecteer op de kaart
Navigatie stoppen: Hiermee stopt u de navigatie van de huidige route.
Kaartinstellingen: Hiermee kunt u extra kaartinstellingen openen
Afstand meten: Hiermee kunt u de afstand tussen meerdere locaties meten
pagina
13).
Standaardinstellingen: Hiermee herstelt u de fabrieksinstellingen van de kaart.
Kaartinstellingen
Selecteer op de kaart
Configureer kaarten: Hiermee kunt u de op het toestel geladen kaarten in- of uitschakelen
pagina
21).
Oriëntatie: Hiermee stelt u in hoe de kaart wordt weergegeven op de pagina
pagina
13).
Dashboard: Selecteert een dashboard voor weergave op de kaart. Elk dashboard bevat andere informatie over
de route of de locatie.
Navigatieaanwijzingen: Hiermee stelt u in wanneer navigatieaanwijzingen op de kaart worden weergegeven.
Geavanceerde instellingen: Hiermee kunt u geavanceerde kaartinstellingen openen
kaartinstellingen, pagina
Geavanceerde kaartinstellingen
Selecteer op de kaart
Automatisch zoomen: Hiermee wordt automatisch het juiste zoomniveau geselecteerd voor optimaal gebruik
van de kaart. Als u Uit selecteert, moet u handmatig in- en uitzoomen.
Detail: Hiermee stelt u in hoeveel details op de kaart worden weergegeven. Door het weergeven van meer
details is het mogelijk dat de kaart langzamer opnieuw wordt getekend.
Arcering: Geeft reliëfdetails weer op de kaart (indien beschikbaar) of schakelt arcering uit.
Voertuig: Hiermee kunt u het positiepictogram wijzigen, waarmee uw positie op de kaart wordt aangegeven. Het
standaardpictogram is een klein blauw driekhoekje.
Zoomniveaus: Hiermee wordt het zoomniveau ingesteld voor weergave van items op de kaart. Kaartitems
worden niet weergegeven wanneer het zoomniveau van de kaart hoger is dan het geselecteerde niveau.
Tekstgrootte: Hiermee stelt u de tekstgrootte voor kaartitems in.
Tekensnelheid: Hiermee kunt u de snelheid aanpassen waarmee de kaart wordt getekend. Als kaarten sneller
worden getekend, neemt de gebruiksduur van de batterij af.
De oriëntatie van de kaart wijzigen
1 Selecteer op de kaart
2 Selecteer Kaartinstellingen > Oriëntatie.
3 Selecteer een optie:
• Selecteer Noord boven om het noorden boven aan de pagina weer te geven.
• Selecteer Koers boven om uw huidige reisrichting boven aan de pagina weer te geven.
• Selecteer Automodus voor een automotive perspectief met de reisrichting bovenaan.
De afstand op de kaart meten
U kunt de afstand tussen twee locaties meten.
1 Selecteer een locatie op de kaart.
2 Selecteer
> Afstand meten > Start > Gebruik.
3 Verplaats de pin naar een andere locatie op de kaart.
De hoofdpagina's bekijken
.
en selecteer Kaartinstellingen.
13).
en selecteer Kaartinstellingen > Geavanceerde instellingen.
.
(Kaartinstellingen, pagina
(De afstand op de kaart meten,
(De oriëntatie van de kaart wijzigen,
(Geavanceerde
13).
(Kaarten inschakelen,
13