5 Bediening
Timer voortijdig uitschakelen
▸ Tip de sensortoets
– Op het display wordt de resterende tijd weergegeven.
▸ De timer op 0 zetten door aan de instelknop te draaien en bevestigen.
Of, indien de timer de enige actieve functie is:
▸ Sensortoets
aantippen.
Of, indien het toestel moet worden uitgeschakeld:
▸ Sensortoets
2 × aantippen.
5.10
Einde bedrijf
Na afloop van de ingestelde tijdsduur of, als de kernthermometer wordt gebruikt, bij be-
reiken van de ingestelde doeltemperatuur.
– wordt de geselecteerde bedrijfsmodus automatisch beëindigd.
– klinkt een geluidssignaal.
– zijn er in het display drie keuzemogelijkheden te zien:
▪ kies
om een nieuwe bedrijfsmodus te selecteren
▪ kies
om de werking te verlengen
▪ kies
om het toestel uit te schakelen.
– wordt het toestel na 3 minuten zonder interactie automatisch uitgeschakeld.
U kunt de uitschakeltijd van het toestel naar wens aanpassen (zie pagina 38).
– Zo lang de temperatuur hoger is dan 80 °C staat op het display «
– Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur weergege-
ven.
Met de restwarmte kunnen de gerechten nog een tijdje warm worden gehouden.
Zodra de temperatuur tot onder 80 °C daalt, gaan alle weergaven uit. Indien de
kernthermometer op dit tijdstip nog is aangebracht, gaan de weergaven pas uit als
de kernthermometer eruit wordt gehaald. De koelingsventilator kan blijven draaien.
Bij alle modi met stoom kan aan het einde een stoomreductie plaatsvinden. Tijdens de
stoomreductie wordt er gedurende ca. 1 minuut stoom gedoseerd uit de kookruimte en
aan de omgeving afgegeven. Hierdoor wordt er voorkomen dat er veel stoom ontsnapt
als de toesteldeur wordt geopend; de deur kan echter te allen tijde worden geopend.
Gerecht uitnemen
Risico op verbranding!
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom resp. hete lucht uit de
kookruimte ontsnappen.
Het toebehoren is heet. Gebruik beschermende handschoenen of
pannenlappen.
▸ Het gerecht als het klaar is uit de kookruimte nemen.
▸ Condensaat en bestanddelen van levensmiddelen in de kookruimte moeten – na ie-
der garingsproces met stoom – volledig verwijderd worden.
▸ Om roest- en geurvorming te voorkomen waterresten en vuil met een zachte doek
wegvegen.
▸ De apparaatdeur in de kierstand laten staan totdat de kookruimte afgekoeld en droog
is.
20
aan.
restwarmte».