Tot stand brengen van een draadloze LAN-verbinding
na het configureren van de beveiligingsinstellingen
De procedures in dit gedeelte beginnen op het moment dat een enkele projector het standby-scherm
van de Wireless applicatie projecteert nadat de beveiligingsinstellingen geconfigureerd zijn. Er wordt
ook van uitgegaan dat de computer opnieuw is opgestart nadat de instellingen werden
geconfigureerd.
Tot stand brengen van een draadloze LAN-verbinding tussen de
projector en een computer na het configureren van de
beveiligingsinstellingen
1.
Start op de computer Wireless Connection 3 op.
Het Wireless Connection 3 venster zal verschijnen met de melding "Connecting" (Verbinding
aan het maken).
Er zal een dialoogvenster zoals hieronder verschijnen zodra Wireless Connection 3 de
projector vindt waarmee verbinding gemaakt kan worden.
2.
Voer in de "Passphrase/WEP Key" (Wachtwoord/WEP-sleutel) en "Confirm"
(Bevestigen) invoervakken het wachtwoord (of de WEP-sleutel) in die u heeft
geregistreerd op de projector.
Voer de tekenreeks in die u heeft ingevoerd bij stap 5 onder "Configureren van
beveiligingsinstellingen" (bladzijde 22).
3.
Klik op [OK] wanneer u tevreden bent met de ingevoerde gegevens.
Dit zal een draadloze LAN-verbinding tot stand brengen tussen de projector en de computer
en de inhoud van het computerscherm zal vervolgens met de projector geprojecteerd worden.
Zie "Bediening bij draadloze LAN-verbinding" (bladzijde 26) voor details omtrent verdere
handelingen met Wireless Connenction 3 en andere informatie.
24