nl Intelligent doseersysteem
Druk ca. 3 seconden op beide but-
▶
tons
3 sec..
a In het display dooft
15 Intelligent doseersys-
teem
Afhankelijk van het programma en de
instellingen worden de optimale hoe-
veelheden vloeibaar wasmiddel en
wasverzachter automatisch gedo-
seerd.
15.1 Programma met intelli-
gent doseersysteem
starten
Als u vloeibaar wasmiddel en wasver-
zachter niet handmatig wilt doseren,
gebruik dan het intelligente doseer-
systeem. Deze functie is afhankelijk
van het ingestelde programma be-
schikbaar en is automatisch geacti-
veerd.
Opmerking
Als u het intelligente doseersysteem
gebruikt, vul dan geen extra wasmid-
del of wasverzachter in het doseer-
bakje voor de handmatige dosering.
→ "Wasmiddel en wasverzorgingsmid-
del doseren", Pagina 32
Als u voor een ingesteld programma
handmatig wilt doseren, neem dan
de volgende aanwijzingen in acht:
¡ Deactiveer het intelligente doseer-
systeem vóór het starten van het
programma. De instellingen blijven
ook na het uitschakelen van het
apparaat opgeslagen.
→ "Toetsen", Pagina 24
¡ Vul het wasmiddel of de wasver-
zachter in het doseerbakje voor de
handmatige dosering.
→ "Wasmiddel en wasverzorgings-
middel doseren", Pagina 32
34
.
¡ Activeer het intelligente doseersys-
teem na het programma-einde.
→ "Toetsen", Pagina 24
Vereisten
¡ Het wasgoed is voorbereid.
→ "Wasgoed voorbereiden",
Pagina 30
¡ Het wasgoed is gesorteerd.
¡ Het wasgoed is geplaatst.
→ "Trommel vullen met wasgoed",
Pagina 32
¡ Het programma is ingesteld.
→ "Programma instellen",
Pagina 31
¡ Het intelligente doseersysteem is
geactiveerd.
→ "Display", Pagina 22
→ "Display", Pagina 22
Het doseerreservoir vullen
1.
→ Pagina 35.
Om de inhoud van de doseerser-
voirs door een ander product te
vervangen, de wasmiddellade reini-
gen → Pagina 36.
Indien nodig de basisdoseerhoe-
2.
veelheid → Pagina 35 aanpassen.
Indien nodig Programma-instellin-
3.
gen aanpassen → Pagina 31.
Het programma starten
4.
→ Pagina 32.
a Na het programma-einde toont het
display: "End" .
De
5.
→ "Wasgoed uitnemen", Pagina 33.