Door de keuze van de juiste versnelling kunt u bij gelijke
krachtsinspanning de snelheid en het bereik vergroten.
Volg daarom de schakeltips die u door de indicaties g en h op
uw display gegeven worden. Wordt de indicatie g weergege-
ven, dan moet u in een hogere versnelling met lagere trapfre-
quentie schakelen. Wordt de indicatie h weergegeven, dan
moet u een lagere versnelling met hogere trapfrequentie
kiezen.
Fietsverlichting in-/uitschakelen
In de uitvoering waarbij het rijlicht door het eBike-systeem ge-
voed wordt, kunnen via de boordcomputer met de toets 2 te-
gelijk voorlicht en achterlicht in- en uitgeschakeld worden.
Bij het inschakelen van de verlichting verschijnt „Licht aan"
en bij het uitschakelen van de verlichting „Licht uit" geduren-
de ca. 1 seconde op het tekstdisplay d. Bij ingeschakeld licht
wordt het verlichtingssymbool c weergegeven.
Het in- en uitschakelen van de fietsverlichting heeft geen in-
vloed op de achtergrondverlichting van het display.
Hulp bij het lopen in- en uitschakelen
De functie hulp bij het lopen kan het lopen met de eBike ver-
gemakkelijken. De snelheid in deze functie is afhankelijk van
de ingeschakelde versnelling en kan maximaal 6 km per uur
bereiken. Hoe kleiner de gekozen versnelling, hoe lager de
snelheid in de functie hulp bij het lopen (bij volledig ver-
mogen).
De functie hulp bij het lopen mag uitsluitend bij het lo-
pen met de eBike worden gebruikt. Als de wielen van de
eBike bij het gebruik van de hulp bij het lopen geen contact
met de grond maken, bestaat gevaar voor letsel.
Voor het activeren van de duwhulp drukt u kort op de toets
„WALK" aan uw boordcomputer. Druk na de activering bin-
nen 3 s op de toets „+" en houd deze toets ingedrukt. De aan-
drijving van de eBike wordt ingeschakeld.
Opmerking: De duwhulp kan op het ondersteuningsniveau
„OFF" niet worden geactiveerd.
De duwhulp wordt uitgeschakeld zodra een van de volgende
situaties van toepassing is:
– u laat de toets „+" 12 los,
– de wielen van de eBike worden geblokkeerd (bijv. door
remmen of stoten tegen een been),
– de snelheid overschrijdt 6 km/h.
Opmerking: Bij eigen systemen kan de duwhulp door het in-
drukken van de „WALK"-toets direct gestart worden.
De werkwijze van de duwhulp is onderhevig aan specifieke
nationale bepalingen en kan daarom afwijken van de hierbo-
ven genoemde beschrijving.
Bosch eBike Systems
38
Indicaties en instellingen van de boordcomputer
Snelheids- en afstandsindicaties
In de snelheidsmeterindicatie f wordt altijd de actuele snel-
heid weergegeven.
In de functie-indicatie (combinatie van tekstindicatie d en
waarde-indicatie e) kunt u kiezen uit de volgende functies:
– „Tijd": actuele tijd
– „Maximum": sinds de laatste reset bereikte maximale
snelheid
– „Gemiddelde": sinds de laatste reset bereikte gemiddel-
de snelheid
– „Rijtijd": Rijtijd sinds de laatste reset
– „Bereik": te verwachten bereik met de aanwezige accula-
ding (bij gelijkblijvende voorwaarden zoals ondersteu-
ningsniveau, routeprofiel, enz.)
– „Afstand totaal": indicatie van de totaal met de eBike af-
gelegde afstand (niet resetbaar)
– „Afstand": sinds de laatste reset afgelegde afstand
Druk voor het wisselen in de indicatiefunctie op de toets „i"
1 aan de boordcomputer of op de toets „i" 10 aan de bedie-
ningseenheid tot de gewenste functie weergegeven wordt.
Voor een reset van „Afstand", „Rijtijd" en „Gemiddelde"
gaat u naar een van deze drie functies en drukt u vervolgens zo
lang op de toets „RESET" 6 tot de indicatie op nul wordt ge-
zet. Daarmee heeft ook een reset plaatsgevonden van de
waarden van de beide andere functies.
Voor een reset van „Maximum" gaat u naar deze functie en
drukt u vervolgens zo lang op de toets „RESET" 6 tot de indi-
catie op nul wordt gezet.
Voor de reset van „Bereik" gaat u naar deze functie en drukt
u dan op de toets „RESET" 6 tot de indicatie op de waarde van
de fabrieksinstelling teruggezet is.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan blij-
ven alle waarden van de functies opgeslagen en kunnen deze
verder weergegeven worden.
Basisinstellingen weergeven en aanpassen
Indicaties en wijzigingen van de basisinstellingen zijn mogelijk
onafhankelijk van het feit of de boordcomputer in de houder
4 geplaatst is of niet. Een aantal instellingen zijn alleen zicht-
baar en wijzigbaar als de bedieningscomputer wordt ge-
bruikt. Afhankelijk van de uitvoering van uw eBike ontbreken
er mogelijk enkele menu-items.
Als u naar het menu Basisinstellingen wilt gaan, drukt u tege-
lijkertijd zo lang op de toets „RESET" 6 en de toets „i" 1 tot in
de tekstindicatie d „Configuratie" verschijnt.
Druk voor het wisselen tussen de basisinstellingen op de
toets „i" 1 aan de boordcomputer tot de gewenste basisinstel-
ling weergegeven wordt. Is de boordcomputer in de houder 4
geplaatst, dan kunt u ook de toets „i" 10 aan de bedienings-
eenheid indrukken.
Nederlands–4
1 270 020 XBI | (19.4.17)