4 INSTALLATIEPLAATS
• Het apparaat bevat ontvlambaar koelmiddel en moet op een goed geventileerde plaats geïnstalleerd worden. Als de unit
binnen wordt geïnstalleerd, moet een extra koelmiddeldetectieapparaat en ventilatieapparatuur worden toegevoegd in over-
eenstemming met de norm EN378. Zorg ervoor dat u afdoende maatregelen neemt om te voorkomen dat het apparaat door
kleine dieren als schuilplaats wordt gebruikt.
• Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken. Geef de klant
de opdracht om de ruimte rondom het apparaat schoon te houden.
•
Kies een installatielocatie waar aan de volgende voorwaarden wordt voldaan en die de goedkeuring van de klant heeft.
Plaatsen die goed geventileerd zijn.
x
Plaatsen waar het apparaat de buren niet stoort.
x
Veilige plaatsen die het gewicht en de trillingen van de unit kunnen dragen en waar het apparaat waterpas kan staan.
x
Plaatsen waar geen ontvlambaar gas of product kan lekken.
x
De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een potentieel explosieve omgeving.
x
Plaatsen waar de onderhoudsruimte goed beveiligd kan worden.
x
Plaatsen waar de lengtes van de leidingen en bedrading van de units binnen het toegestane bereik vallen.
x
Plaatsen waar water dat uit het apparaat lekt geen schade aan de locatie kan veroorzaken (bijv. in geval van een verstopte
x
afvoerbuis).
Plaatsen waar regen zoveel mogelijk vermeden kan worden.
x
Installeer het apparaat niet op plaatsen die vaak als werkruimte worden gebruikt. Bij bepaalde werkzaamheden (bijv. malen of
x
slijpen) waarbij veel stof vrijkomt, moet het apparaat afgedekt worden.
Plaats geen voorwerpen of apparatuur bovenop de unit (bovenplaat).
x
Klim niet bovenop de unit en ga er ook niet op zitten of staan.
x
Zorg ervoor dat er voldoende voorzorgsmaatregelen worden genomen in geval van lekkage van koelmiddel volgens de rele-
x
vante plaatselijke wet- en regelgeving.
Installeer het apparaat niet in de buurt van de zee of op een plek waar corrosiegas aanwezig is.
x
•
Als u het apparaat installeert op een plaats die blootstaat aan harde wind, let dan vooral op het volgende zaken.
Harde wind van 5 m/sec of meer die tegen de luchtuitlaat van de unit blaast, veroorzaakt kortsluiting (aanzuigen van afvoer-
x
lucht), en dit kan de volgende gevolgen hebben:
Verslechtering van het operationele vermogen.
x
Vaak voorkomende vorstversnelling bij verwarming.
x
Onderbreking van de werking door stijging van de hoge druk.
x
Als er continu een harde wind op de voorkant van het apparaat blaast, kan de ventilator heel snel gaan draaien totdat hij
x
breekt.
4.1 Ruimtebehoefte
≥500
WAARSCHUWING
van de locatie
≥1000
Schokbestendi-
ge rubberen mat
Stevig
fundament
≥1500
06
≥500
eenheid:mm