Programmeren
R Als u het alarm hebt ingesteld, gaat het alarm
ook af als de modus Niet storen is ingeschakeld.
De modus Niet storen in- en uitschakelen
1
M
N#238
2
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a MOKN
R Als u "UIT" selecteert, moet u ter afsluiting
drukken op M
3
Voer het tijdstip in waarop u de functie wilt
laten starten. a MOKN
4
Voer het tijdstip (uur en minuut) in waarop u
de functie wilt laten eindigen. a MOKN a
M
N
Start- en eindtijd wijzigen
1
M
N#237
2
Ga verder vanaf stap 3, "De modus Niet
storen in- en uitschakelen", pagina 36.
Belvertraging instellingen
Met deze instelling laat u de handset overgaan
tijdens de modus Niet storen als de beller lang
genoeg wacht. De handset gaat over nadat de
ingestelde wachttijd is verstreken. Als u "Niet
overg." selecteert, gaat de handset tijdens de
modus Niet storen niet over.
1
M
N#239
2
MbN: Selecteer de gewenste instelling. a
MOKN a M
N
Opmerking:
R Als de oproep door de beantwoorder wordt
beantwoord, werkt deze functie niet.
Categorieën selecteren waarvoor de
modus Niet storen niet geldt
1
M
N#241
2
MbN: Selecteer de gewenste categorieën. a
M N
R " " wordt weergegeven naast de
geselecteerde categorieën.
R De geselecteerde categorie annuleren:
MbN: Selecteer de categorie. a Druk
nogmaals op M N. " " verdwijnt.
36
N.
3
MOKN a M
N
Babyfoon
Met deze functie luistert u naar een kamer waar
een andere handset staat, zodat u gemakkelijk
verschillende delen van een huis of gebouw kunt
controleren. De gecontroleerde handset (die
bijvoorbeeld in de kamer van de baby is gezet) belt
automatisch de controlehandset of een opgeslagen
telefoonnummer als er een geluid wordt
waargenomen.
Belangrijk:
R Voordat u deze functie gebruikt, raden we aan
deze te testen om eventueel de gevoeligheid
van de babyfoon aan te passen, vooral als u de
babyfoon buiten gebruikt.
R Deze functie moet niet worden gebruikt als
vervanging voor medisch of zorgverlenend
toezicht. Het is de verantwoordelijkheid van de
zorgverlener om in de buurt te blijven in geval
van onverwachte gebeurtenissen.
Opmerking:
R Zowel de gecontroleerde handset als de
controlehandset moeten hetzelfde basisstation
selecteren om de babyfoonfunctie te gebruiken
(pagina 40).
R Het batterijgebruik is hoger dan normaal in de
babyfoonmodus. We raden aan de
gecontroleerde handset op het basisstation of
de oplader te laten staan.
R Een gecontroleerde handset gaat niet over
wanneer deze wordt gecontroleerd.
KX-TGD6861-serie (pagina 3): als het
basisstation in de buurt van de gecontroleerde
handset wordt geplaatst, raden we aan het
belvolume van het basisstation uit te schakelen
(pagina 31).
De babyfoon instellen
Stel de handset in die wordt gecontroleerd
(bijvoorbeeld de handset in de babykamer).
Controleren met een handset
De interne babyfoon is beschikbaar tussen
handsets in dezelfde radiocel.